@
2007 04 04 Met een poes in de tent
Op een camping waar onze
familie kampeerde in Argentinië, was er een wild baby poesje. We pakten hem
altijd op wanneer hij niet in het gras was, want dan ging hij altijd in een buis
die aan de andere kant van de weg uitkwam op het gras.
Op een dag ging papa
internetten en mama, Jonathan en ik bleven op de camping. Mijn mama ging naar
het toilet. Het begon te regenen, dus ging ik in de voortent met de kat. Het
begon plots te hagelen en hagelen. De kat kwam op mijn schoot zitten omdat het
water al bijna tot mijn knieën kwam. Ik was blij dat ik botten aan had.
Ik dacht dat Jonathan er
was, dus begon ik te roepen. Hij antwoordde niet, dus begon ik zo hard te wenen.
Ik wilde dat de hagel stopte, maar het gebeurde niet. Ik dacht ineens : Mama zei
dat ze naar het toilet ging en daarna naar de tent. Dus dat betekent dat mama
misschien op het toilet zit te wachten om naar buiten te kunnen. Dus deed ik de
voortent open en ging snel naar buiten. Ik deed de voortent terug toe en liep
naar het meisjestoilet .
Toen ik aankwam, waren
mama en Jonathan er. Ik was kletsnat, dus deed mama mijn trui uit.
Toen de hagel stopte,
namen Jonathan en ik een aftrekker waarmee je het water kon wegvegen.
Toen onze papa terug kwam,
vertelden we alles en de kat was veilig in het meisjestoilet.
@
2007 05 21 Sand Boarding
In de hoogste woestijn
van de wereld bevindt zich een klein dorpje dat San Pedro de Atacama heet. De
familie Van Hemelrijck werd in een klein hostel, dat heel goed verzorgd is,
wakker. Het hostel heette Puriko.
We begonnen aan een
stevig ontbijt. Wanneer ons stevig ontbijt op was, begonnen we met wiskunde.
Soms is wiskunde tof, maar soms helemaal niet!
Mijn papa was naar het
internetkantoor geweest en kwam terug en riep: “Vlug! De kinderen van het dorp
zijn verkleed voor het feest op 21 mei!” We stopten onze rekenspullen al gauw
weg. We kwamen op het plein waar allemaal kinderen verkleed waren in een uniform
van het leger, een uniform van school, en nog veel andere soorten pakken.
Onze papa bracht ons naar
het internetkantoor waar hij daar juist geweest was. Ik vroeg mij eerst af wat
we daar gingen doen, maar toen ik de fietsen zag, wist ik al dat we gingen
fietsen. We moesten de fietsen eerst uitproberen want het kan zijn dat we geen
fiets voor mij vinden konden. Maar ze hadden toch een fiets die niet te groot en
niet te klein was.
Iedereen had een fiets
genomen en Jonathan nam nog een plank om te sand boarden. Ze gaven ook een kaars.
We vroegen ons af wat we met die kaars moesten doen, maar ze legden het direct
uit. De kaars was om de snelheid van de plank te veranderen. Als je de kaars aan
de buitenkant van de plank deed dan ging het traag, maar als je het aan de
binnenkant deed dan ging je snel.
We vertrokken met onze
fietsen eerst naar ons hostel Puriko om nog water en zonnecrème mee te nemen.
Wanneer we klaar waren, gingen we op weg naar de duinen; eerst een heuvel die
moeilijk was om te beklimmen. Ik stopte om eventjes achterom te kijken, want ze
waren veel achter, omdat het zadel van mama niet goed stond. Ik bleef dus
wachten tot ze bij mij waren. We reden voort tot we zo snel naar beneden reden.
Ik had het zo warm, maar
door de wind had ik het goed. Zonder remmen kwam ik snel beneden. Toen we
allemaal beneden waren, zei papa dat we naar rechts moesten, maar er was daar
ook een splitsing. Papa koos de linkse, dus gingen wij ook naar links. De weg
was zo vermoeiend dat ik met mama bleef rusten, terwijl Jonathan en papa gingen
kijken of het de goede weg was. Jonathan en papa kwamen na een poosje terug en
zeiden dat het de verkeerde weg was, dus gingen we heel de vermoeiende weg terug.
Na een tijdje kwamen we
twee Franse mensen tegen, die ons vroegen of die weg naar het sand boarden ging.
We zeiden dat het kon zijn, dat het de slechte of de goede weg was, want we
waren niet zeker. Maar we vroegen het aan iemand die in een auto zat. Hij zei
dat het de goede weg was waar we juist naar toe waren geweest en terug gekomen
waren. Dus gingen we voor de tweede keer die weg op.
Mama en ik bleven
eventjes rusten en gingen dan voort. De weg was nog moeilijker dan het eerste
deel. Het zand was zo fijn dat we vaak moesten stappen. Mama en ik kwamen nu bij
de duinen maar papa en Jonathan waren niet te zien. We vroegen aan mensen of ze
een kindje en papa hadden gezien . Er was maar één die wist waar ze waren. Ze
zei dat ze achter de heuvel waren. Ik ging kijken en een beetje later zag ik
papa met de fiets aankomen. Mama en ik volgden papa tot aan de grote duin .
Ik zag Jonathan naar
boven gaan. Mama, papa en ik, gingen naar boven om Jonathan te filmen. Het was
zo mooi op de top van de duin!
Toen Jonathan op zijn
plank naar beneden ging, leek het voor mij heel tof, maar voor mama niet. Ik
vroeg of ik ook eens mocht. Jonathan gaf mij de plank en zei dat je naar achter
moest buigen. Ik nam eerst de kleine om te oefenen. Het ging zo goed vooruit dat
ik spijt had dat ik ook geen plank had meegenomen.
Ik vond het zo tof, dus
gingen we heel de tijd om de beurt. De Fransen zeiden dat we een plank van hen
mochten lenen. Dus nam ik één van hun planken om ook te sand boarden. Jonathan
en ik gingen zo snel mogelijk naar beneden om frisse lucht in het gezicht te
krijgen. Soms deden we een wedstrijd met elkaar, maar dat ging niet zo goed.
Toen we al lang bezig
waren, zeiden de Fransen dat ze terug naar het dorp moesten keren. Dus ging ik
met de plank naar de Fransen heen. Ze gingen met hun schoenen in de plank naar
beneden maar het ging niet zo snel.
Toen besloten we ook om
terug te keren naar het stadje. Jonathan ging ook met de plank zo naar beneden.
We maakten ons weer klaar en gingen heel de weg terug. Nu was het makkelijker
omdat we naar beneden reden. Toen we terug bij de splitsing waren, moesten we de
moeilijke weg die de eerste keer naar beneden ging, nu naar boven. Ik stopte
even om uit te rusten. Toen we aan de top waren, gingen we heel snel naar
beneden. Papa en ik stopten omdat mama en Jonathan achter waren. Toen mama en
Jonathan er waren, gingen we de fietsen en de plank terug geven. En dan gingen
we wat eten en slapen.
@
2007 06 03 Zatte mensen
Een dag geleden was er
een feest in La Paz dat El Gran Poder heette.
Bij dat feest waren er
allemaal mensen verkleed. Het waren niet kleren zoals Karnaval maar wel heel
speciale kleren zoals hun volk altijd heeft gedragen. Ze dansten dan door de
straten, van 7 uur ’s ochtends tot 12 uur ‘s avonds. Ze mochten niet stoppen
maar wel even om te drinken.
De dag er na stapten wij
door de straten met twee Israëli die we zijn tegengekomen in Ushuaia, Argentinië.
Ze heten Ras en Adi. Wij zeiden dat we een nieuwe muis nodig hadden voor onze
computer, dus was het beter dat zij terugkeerden want ze hadden toch niets meer
nodig. We vroegen aan mensen of ze wisten waar we muizen konden vinden en ze
zeiden altijd dat het één of twee straten verder was, maar we vonden er geen. We
stapten door en zagen ineens mensen die hun bierglazen lieten vallen en mensen
die scheef waren aan het lopen.
We stapten voort totdat
er mensen vroegen om een foto, dus trokken we foto’s. Er waren andere mensen die
ons bier en kusjes gaven. Jonathan en ik zeiden dat we maar morgen moesten terug
komen want we vonden het niet tof.
We gingen op weg naar ons
hostel totdat er ineens mensen weer vroegen voor een foto. We trokken foto’s en
wilden voortgaan maar er was iemand die nog een kusje wilde geven aan ons
allemaal. Ze had al aan iedereen van ons een kus gegeven maar nog niet aan
Jonathan. Ze rende 50 meter achter Jonathan aan totdat ze niet meer kon volgen.
We stapten naar ons
hostelletje en zeiden dat we die dag nooit meer zouden vergeten.
@
2007 06 25 IK MIS HET ETEN VAN BELGIË
Jullie mogen het alleen
maar lezen als jullie beloven te doen wat er in de tekst staat.
We zijn binnen eenwek 1 jaar onderweg!
Joepie!
Jullie weten zeker wat ik het meest mis? Ra
ra ra... Knacki worstjes!
En weten jullie wat ik het minste mis? De dictees!
Ik vraag alvast of jullie graag voor mij Knacki worstjes willen opsturen? Maar
geen dictees want ik heb er nog 17 te doen!
O.k., ik wil nog iets vragen: kunnen jullie
voor mij naar de Zwarte Arend gaan om Lang Grof gesnedn brood te kopen? Jullie
zijn toch lief genoeg om dat te doen, hé? Of niet soms?!
Gelukkig zijn we twee Belgen tegengekomen
die een frietuur hier in Cusco weten zijn!
En gelukkig zijn er nog altijd Italiaanse restaurants met pizza's, pastas en
lazania's met fanta! Hm hm hm.
Hi hi hi! Ik plaag jullie toch niet hé, of
wel soms?
@
2007 07 03 Mama en ik zijn alleen met zijn tweetjes
Onze familie komt met een
bus die propvol is een dorpje ingereden. Het dorpje heet Cabanaconde.
We stappen uit de bus,
het zit er vol met mensen die je in hun hostel of hotel proberen te krijgen. We
nemen het hostel Valle Del Fuego. We krijgen een mooie kamer voor twee omdat
Jonathan en papa in de Colca Canyon gaan trekken. We eten snel en dan vertrekken
Jonathan en papa om naar de Canyon te gaan.
Mama en ik zitten aan
mijn website te werken. Na een tijd besluiten we om te gaan wandelen. We stappen
langs twee stieren, tot we op een heuvel terechtkomen. We stappen voort tot we
bij een kruis komen. We besluiten om te gaan kaarten. Wanneer we het koud
krijgen, gaan we terug naar beneden om een internetcafé te zoeken. We gaan mails
versturen.
Na het internet gaan we
eten. We gaan trappen op tot de hoogste verdieping van een gebouw. We doen de
deur van het restaurant open, maar er is niemand. We besluiten om terug te gaan
naar beneden, maar er komt al een meneer aan om het restaurant te openen.
We eten lekker en gaan
daarna slapen.
|