28 februari 2007 Aankomst in Ushuaia
Op een vroege morgend cirkelde een vliegtuig hoog in de
lucht boven een gebied dat fenomenaal was. De passagiers keken opgewonden
uit het raampje naar buiten. Het vliegtuig begon te dalen en was al lager
dan de prachtige bergen met hoog uitstekende sneeuwtoppen. Het leek net op
een glas met de randen als bergen en het water als fjorden. Van boven af
leek alles zo mooi dat je het niet mooier kon verwachten. Het leek net of
een engel zijn lippen op het water had gezet maar niet had gedronken. De
bossen van sparren aan de waterkant en grote groene velden die zich
uitstrekten op de kleine eilanden waren prachtig.
Op een van die eilanden was de luchthaven gebouwd. We
genoten er van toen we steeds lager en lager kwamen en steeds meer details
van het landschap te zien kregen totdat de banden van het vliegtuig de grond
raakten en met een vaart voort reden. Dit was het begin van Argentinië. We
waren aangekomen in Ushuaia.
Wanneer we een taxi namen en naar ons hotel vertrokken,
was het landschap nog steeds even knap. We reden langs de haven waar we
probeerden een boot te zien die we hier zouden nemen. En het was niet zomaar
een boot. Het was een boot die ons naar Antarctica zou brengen! Daarom waren
we hier.
Na lang zoeken vonden we een hostelletje en
installeerden ons. Een paar dagen daarvoor had ik besloten klavertjes vier
te verzamelen. Papa had mij daar vaak mee geplaagd en kon zijn lach maar
niet inhouden. Maar ik had er toch één gevonden en besloot een boek te
zoeken om het er in te leggen en het te drogen. Vicky ging ook
klavertjesvier verzamelen. Zij had er al drie omdat ze er twee in China had
gevonden. Voor de rest verkenden we het stadje en we aten wat in een
restaurantje.
We gingen slapen met spanning in ons hart omdat we
binnen twee dagen op weg zouden gaan naar Antarctica.
vorige
volgende
|