28 december 2006 Australië
Onze eerste stap in Australië was in een grote hal in
de luchthaven van Alice Springs.
Het eerste dat ik in het oog had, was dat aan een rek
die aan onze overzijde in een winkel stond, tientallen hoeden hingen. Papa
merkte op dat er een bladzijde van een krant tegen de muur hing waarop stond
in grote letters : "de toiletdeur is vorige week geblokkeerd geweest door
een slang". Ook niemand vond het raar dat we zelf hoeden droegen .We wisten
nu zeker dat we in Australië waren.
Nadat we onze bagage hadden afgehaald en een auto
gehuurd hadden, vertrokken we op weg naar Ayers Rock. Een grote blok die in
centraal Australië stond. Daar zouden we een paar nachten blijven en dan
terug naar Alice Springs gaan om dan weer op het vliegtuig te stappen en
naar Sydney te vliegen. De Toyota reed over de weg die KM en nog eens KM
rechtdoor het woestijnachtige landschap doorkruiste. Op verkeerborden, die
af en toe langs de weg stonden, waren er namen aangeduid met een heel lang
getal erachter. Soms stond er wel 2000 KM. Ook de hitte nam stilletjes aan
toe.
Na uren rijden stopten we bij een tankstation waar een
winkel en restaurant was. We kochten ons een hotdog, aten die op, en reden
voort. KM en KM. Die namiddag kwamen we aan op een camping niet ver van de
reusachtige blok. Nadat we onze tent zwoegend in de warmte hadden opgezet
zijn we met zijn allen in het zwembad gedoken. Dat deed deugt.
In het park bewonderen we Ayers Rock vanaf een
uitkijkpunt. We hadden olijfjes met kaas en brood. En papa dronk een
wijntje. De foto’s waren natuurlijk ook van de partij. Alles oke, behalve….
die stomme mispeuterde, niet te geloven, ambetante vliegen…
vorige
volgende
|