11 oktober
2006 Bezoek aan het Potala Paleis
Op weg naar het Potala paleis laten we 2 sandwiches
opwarmen voor de kinderen, terwijl wij dumplings langs de straat eten. Het
is vandaag jammer genoeg bewolkt en erg koud. We zijn dik aangekleed.
Eenmaal door de ingangspoort van de wallen rond het
paleis, zien we voor ons het Paleis hoog oprijzen. Er wachten ons een massa
trappen om het paleis te betreden. Al snel krijgen we het warm van het
klimmen.
Wanneer we het eigenlijke woon- en tempelcomplex willen
betreden, moeten we voor de 2de keer onze tickets laten zien en
nu is het tijd om te betalen.
Het Paleis telt wel 11 verdiepingen. Het heeft een wit
en een rood gedeelte, en is een wirwar van gangen en zalen. De zalen staan
vol prachtige boeddhabeelden en zijn kleurrijk beschilderd. In elk zaaltje
branden er wieken in yakboter. De pelgrims laten al biddend overal geld
achter of voegen yakboter toe. Het is wel te verstaan dat de Chinezen schrik
hebben voor de Dalai Lama. Hij is al sinds 1957 niet meer in het land en
zijn invloed is duidelijk nog enorm. We zien de tronen van waarop de
verschillende Dalai Lama’s hun bestuurlijke en religieuze zaken regelden.
Even later begrijpen we waarom we via detectieapparatuur het Paleis moesten
betreden. Voor ons rijzen metershoge grafstupa’s van de Dalai Lama’s op. Ze
bestaan uit massief goud (de grootste weegt wel over de 3 ton) en zijn bezet
met edelstenen. Wat een rijkdom. We hebben het moeilijk met het feit dat
het vooral arme mensen zijn die diepgelovig zijn en dat daartegenover de
rijkdom en de praal van de religieuze overheid, in dit geval het boeddhisme,
staat. Net bij het verlaten van het paleis staat er een boom die vol geplakt
is met geld en gebedsbriefjes en wimpels. Het bezoek aan het Paleis laat een
diepe indruk bij ons achter.
Wanneer we terugwandelen, vindt Vicky niet één, maar
wel twee klavertjes vier. Haar geluk kan nu niet meer op. In de namiddag
bezoek ik enkele reisagenten om onze 5-daagse trip langs Everest Base camp
naar de Nepalese grens te regelen. Ze waarschuwen allen voor de hoogte en de
koude. Ons lange verblijf in Lhasa zou ons lichaam al voldoende hebben doen
acclimatiseren – de trappen in onze jeugdherberg gaan effectief al vlotter.
Voor de koude gaan we nog op zoek naar warm ondergoed voor de kinderen. Tot
groot jolijt van lokale winkelmadammetjes passen Jonathen en Vicky
gewatteerde broeken. Jonathan zijn broek heeft een opening van voor zodat
hij erdoor kan plassen.
’s Avonds eten we in een knus restaurantje met lage
zetels. Een schattig katje wordt de lieveling van Jonathan en Vicky.
vorige
volgende
|