09 maart 2007
BBQ in Antarctica
Om zes uur ben ik eruit om te kijken hoe de Ushuaia
vaart door het smalle Neumayer kanaal. Aan beide kanten van de boot storten
gletsjers zich in zee. De opkomende zon verlicht de licht bewolkte hemel en
de toppen van de hoge bergen. Hier wordt een mens stil van.
Na het ontbijt vertrekken we met de Zodiac richting
Cuverville Island. Shoshanah, die onze rubberboot bestuurt, heeft een
jagende leopard seal gespot. Gezien onze kinderen aan boord zijn, vraagt ze
eerst onze toestemming alvorens het “jachttoneel” te vervoegen. We varen
tussen majestueuze blauwe ijsbergen maar letten er nauwelijks op.
Gefascineerd kijken we hoe een leopard seal speelt met een pinguïn. “Save
the pinguin”, roept Vicky, maar tevergeefs. Na een twintigtal minuten kat en
muis spelen, is de pinguïn ten einde krachten en wordt ie door de zeeleeuw
verscheurd. Stormvogels die een stukje van de pinguïn hopen te kunnen
meepikken, cirkelen boven onze hoofden heen. Je mag je kinderen dan wel
uitleg geven over de voedselketen, het blijft toch, ook voor ons, even
slikken.
Onder de indruk van dit tafereel landen we iets later
op het rotsachtige eiland. Hier nestelt een grote Gentoo pinguïnkolonie met
veel jonge pinguïns. Boven onze hoofden vliegen er ook een hoop skua’s. Eén
ervan pikt zelfs al stappend een aangereikte handschoen van een passagier
weg. Bang van mensen zijn ze dus helemaal niet. Op het strand liggen er ook
een aantal zeehonden en een baby zeeolifant.
Terug op de boot wacht ons
een verrassing. Aan dek is de kok met zijn assistente in het zonnetje een
echte Argentijnse BBQ aan het klaarmaken. We worden uitgenodigd om op het
buitendek overheerlijk lamsvlees te degusteren, alvorens in het restaurant
aan tafel te gaan. Het is best speciaal om op Antarctica, op een boot
omringd door sneeuwbergen, te BBQ-en.
In de namiddag brengen de
Zodiacs ons naar Foyh Harbour waar de restanten van het oude walvisschip
Governoren (gezonken in 1915) liggen. In het gapend verroest gat van het
schip zien we enkele oude harpoenen. Boven op de rand van het wrak zitten
twee soorten sterns. Bijzonder eraan is dat de ene soort broedt op de
Zuidpool, de andere op de Noordpool en dat ze hier nu broederlijk naast
elkaar zitten. Onvoorstelbaar dat zo’n kleine vogel 20 000 km kan afleggen.
Iets verder liggen er een
hoop oude tonnen die de walvisvaarders gebruikten om de walvisblubber in te
vervoeren. De tonnen en de oude, houten schuiten aan land zorgen voor mooie
foto’s.
vorige
volgende
|