13 augustus
2006 Subtropisch Cape Vidal
Het grasperkje van de lodge heeft perfect dienst gedaan
voor onze tent. We kramen vroeg op en rijden temidden van de rietvelden
richting St Lucia. Onderweg zien we rokende schoorstenen van wat we aannemen
suikerrietfabrieken te zijn. De suikerriet wordt afgewisseld door
Eucalyptusplantages. Deze bomen hebben rechte stammen, weinig zijtakken en
groeien snel, ideaal voor de papierindustrie. Ecologisch zijn ze echter
eerder een ramp. Ze zuigen enorm veel water op wat al leidde tot uitdroging
van meren in deze omgeving. We hoorden ook dat er weinig of geen vogels in
nestelen.
De baan rijdt ook langs armere wijken met borden langs
de weg die zeggen “Hot spot for car jacking” (blijkbaar staat er ook zo’n
bord in centrum Johannesburg met een stopbord ernaast en een politieagent
die toekijkt of je wel stopt…). We zien vanuit de wagen ook een
herdenkingsmonument voor Zuid-Afrikanen die gesneuveld zijn door misdaad
(één groot kruis en allemaal kleine kruisjes zoals een begraafplaats).
Vlakbij St Lucia waarschuwen borden ons voor
nijlpaarden en krokodillen. St Lucia ligt geklemd tussen de monding van de
Mkuze en de Indische oceaan. De plantengroei is er subtropisch. St Lucia is
een levendig dorpje met veel restaurants, bars, internetcafés enzovoort. We
laten ons verleiden om bij Wimpies burgers te eten. De camping ligt tussen
het groen vlakbij het strand en de monding van de rivier. Het is nog vroeg,
dus we besluiten het Greater St. Lucia Wetland National Park, a World
Heritage Site, binnen te rijden. De combinatie van verschillende ecosystemen
– zoet water meer en rivieren met bijbehorende dieren, koralen, subtropische
plantengroei, oceaan – maakt het zo bijzonder. Je kan in het park kamperen
in Cape Vidal met wat ons verteld was, zicht op zee. Het landschap onderweg
naar Cape Vidal is inderdaad de moeite. Links van ons is er het grote St
Lucia Lake, rechts zijn er hoge zandduinen weelderig begroeid met
subtropische bomen en planten. Langs de weg zien we 2 kolossen van
neushoorns (onze eerste overdag – we zagen er één ’s nachts in Etosha). We
zien nog wel wat wild, maar we zijn duidelijk verwende toeristen geworden na
Etosha en Chobe. Aangekomen in Cape Vidal valt de camping ons tegen. Ze ligt
wel aan zee, maar de staanplaatsen zijn in een niet al te proper bos. We
besluiten terug naar St. Lucia te gaan en daar te gaan kamperen. We volgen
nog een ‘loop’weg – geasfalteerd op een verhoogde berm – en rijden achter
gewone wagens die met een slakkengangetje naar wild speuren. Veel is er niet
te zien en terwijl de auto’s voor ons voor één zebra stoppen, willen we voor
sluitingstijd (donker) het park uit om onze tent met daglicht te kunnen
opzetten. Inhalen is dus de boodschap. We zetten op de Sugarloaf Camping, op
een boogscheut van een in de rivier slapende kudde nijlpaarden, onze tent
op. Terwijl we nieuwsgierige apen op afstand proberen te houden, maken we
eten klaar. Vicky heeft ‘smiddag al haar burger laten staan en nu lukt het
eten ook niet goed – plots komt het weinige dat ze binnen heeft, er weer
uit. Ze is duidelijk nog niet helemaal genezen en kruipt haar slaapzak in.
vorige
volgende
|