18 juli
2006 De Yakandonga Lodge
Na een goede nachtrust, af en toe
wel verstoord door een veel te vroeg kraaiende haan, zien we de zon opkomen
over het land. Wanneer ik melk vraag voor bij de ontbijtgranen, wordt het
door Carina, een vriendelijke zwarte gebracht op een zilveren plateau. Er
liggen ook, bedekt onder een (papieren) luipaarddoek, 4 overheerlijke
croques met tomaat, look en kaas bij. Wat een start voor de dag.
De eigenaar van de Yakandonga Lodge
(wat in Herero “diepe rivier” betekent), Henry, vertelt me dat hij een eland
gaat schieten, want er zijn er op hun reservaat (300 aren groot) teveel
volgens de mensen van “the Nature Conservation Association of Namibia”. Ik
mag mee als ik wil – de jacht is te voet. We overleggen even met Jonathan,
maar die past toch liever. Er zijn 2 mannen met geweren en ik met mijn
camera. Na een tijdje door de bush te hebben gestapt (oppassen voor slangen
en de stekels van de bush – ze gaan gewoon door mijn veel te dunne broek
heen) ontdekken we de kudde. De twee proberen ze in te sluiten terwijl ik
wortel schiet onder een boom. Het lukt hen echter niet, want ik zie de kudde
niet te ver van mij met grote snelheid passeren. Dan maar een auto erbij
halen. De 13 jarige Nadine zit achter het stuur. Nu zijn er twee jagers te
voet en één auto om de kudde vast te zetten. Ik zit mee op de wagen en zie
mijn eerste giraffen (3!) in het wild. Het wordt een kat en muis spel, maar
uiteindelijk lukt het de vader van Nadine om een vrouwtje neer te leggen met
één schot. Henry legt me ook uit dat je vandaag een toestemming nodig hebt
om te jagen. Deze “permits” kosten veel geld, maar ze hebben ervoor gezorgd,
volgens Henry, dat er minder gejaagd wordt, wat ten voordele is van het
dierenbestand.
De rest van de dag blijven we op de berg. Jonathan en Vicky worden echte
maatjes van Nadine, die ons in veel opzichten aan PiPi Langkous doet denken.
Ze is enorm zelfstandig en maakt de gekste geluiden en bewegingen. De
kinderen spelen een boel spelletjes samen, zoals verstoppertje, mens erger
je niet en nog veel meer. Jonathan en Vicky spreken Nederlands en Nadine
antwoordt in het Afrikaans, maar eigenlijk hoeven ze niet te praten om
elkaar te verstaan. Xenia en ik doen het rustig aan. Ik wandel nog alleen in
de late namiddag, na een plons in het koude zwembad, naar het hoogste punt
en zie onderweg mijn eerste zebra’s in het wild. We zijn de enige gasten in
de lodge. Wanneer de zon rood kleurt en achter de horizon verdwijnt, drink
ik een biertje aan het zwembad met opa Tula. Hij praat over het verleden,
hoe toen de blanken het voor het zeggen hadden, er geen armoede en honger
was in Afrika. Toch is hij optimistisch gesteld, zeker voor Namibië, maar
ook voor landen zoals Angola. De avond brengen we gezellig door in de lodge,
luisterend naar muziek van Danna Winner (gastheer Henry is een grote fan J),
terwijl onze kindjes met Nadine het kot op stelten zetten.
vorige
volgende
|