15 juli
2006 De knappe Sossuslvlei
We staan om twintig voor zeven als eersten aan de poort
van het park te Sesriem. Om kwart voor zeven stipt wordt de poort geopend.
We halen onze ‘permit’ om de duinenvallei binnen te rijden. Achter ons staan
er een vijftal jeeps en een tweetal busjes. Het heeft zo zijn voordelen om
vroeg te zijn.
De ingang van de vallei is op zich al de moeite waard.
Mooie bergen rijzen op langs de kant waar de zon opkomt. We zien hoog boven
de bergen een luchtballon. Langs de baan merken we enkele springbokken op en
ook een kudde struisvogels. Wanneer de zon opkomt, kleuren de hoge duinen
die we inmiddels te zien krijgen rood. Bij duin 45 houden we halt en
beginnen aan de beklimming ervan. Dune de Pyla nabij Bordeaux mag dan we
hoog zijn, dit is de hoogste duinenvallei van de hele wereld. Voor de
zoveelste keer ontmoeten we Belgen in Namibië. Eén van hen zegt laconiek “
wij hebben in Blankenbergen ook duinen”…
Het is nog koud wanneer we de beklimming starten, maar
hoger op wordt het al snel warm – of is het de inspanning? Het uitzicht is
in elk geval de moeite waard. Jonathan en Vicky ontdekken het duinenduiken.
Na duin 45 rijden we verder door naar de versmalling van de vallei waar je
kan alleen met 4X4, omwille van het vele mulle zand, verder kan. Geen
probleem voor onze Toyota Hillux. We parkeren de wagen na een ritje van 6
kilometer onder een boom, vullen onze drinkenbussen en volgen de markeerders
(=stokjes in de grond) richting ‘Dead Vlei’. Temidden van rode duinen is de
dode vallei een witte vlakte met zwartgeblakerde, dode bomen erin. Op
aanraden van een zwarte gids van een klein gezelschap dat ook de vallei
bewondert, beklimmen we de hoge rode duinenrug langs de zijkant van de
vallei – niet evident, behalve voor Jonathan die hem 2 keer beklimt, wanneer
hij teruggaat om Xenia te helpen. Eenmaal op de kam gekomen, is het uitzicht
subliem. Tussen reusachtige duinen geklemd, ligt er een grote oase met
enkele bomen met hun stammen in het water. Na 9 jaar droogte hebben ze dit
voorjaar nog eens wat regen gehad en de restanten daarvan zien wij nu. Wat
een kleurencontrasten! Op de duinen racen kakkerlakken tegen elkaar. Maar
tegen een omlaag rennende Jonathan en Vicky zijn ze qua snelheid niet
opgewassen. Beneden aan de oase is de aarde gekrakkeleerd. Er liggen ook
grote, gedraaide peulvruchten van de kameeldoornboom – zeer voedzaam voor
dieren in het algemeen en een lekkernij voor olifanten in het bijzonder. De
zon is intussen hoog geklommen en het is al erg warm geworden. Wat moet dat
hier heet zijn in de zomer. Op een tafeltje onder een boom eten we ons
middagmaal (met ondermeer heerlijke olijfjes).
Met de airco op verlaten we de Sossusvlei, toch wel één
van de mooiste plekken die we op deze aarde al bezochten. Een lange tocht
brengt ons tot bij Solitaire waar we beslissen onze tent op de zetten (het
zou hier ’s nachts niet teveel waaien). Terwijl de kindjes aan het zwembad
liggen te zonnen (het water in het zwembad is erg koud), maken wij de auto –
en onszelf – eens goed proper. Het is ongelofelijk waar het alom
vertegenwoordigende, rode zand van Namibië overal kruipt. Het doet deugd een
beetje tot rust te komen. Ook hier eten we weer warm bij een knappend
houtvuur (spaghetti voor de kindjes).
vorige
volgende |