Verslagen

AFRIKA  -  Namibië


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Antarctica

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

 

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

15 juli 2006 De knappe Sossuslvlei

We staan om twintig voor zeven als eersten aan de poort van het park te Sesriem. Om kwart voor zeven stipt wordt de poort geopend.  We halen onze ‘permit’ om de duinenvallei binnen te rijden. Achter ons staan er een vijftal jeeps en een tweetal busjes. Het heeft zo zijn voordelen om vroeg te zijn.

De ingang van de vallei is op zich al de moeite waard. Mooie bergen rijzen op langs de kant waar de zon opkomt. We zien hoog boven de bergen een luchtballon. Langs de baan merken we enkele springbokken op en ook een kudde struisvogels. Wanneer de zon opkomt, kleuren de hoge duinen die we inmiddels te zien krijgen rood. Bij duin 45 houden we halt en beginnen aan de beklimming ervan. Dune de Pyla nabij Bordeaux mag dan we hoog zijn, dit is de hoogste duinenvallei van de hele wereld. Voor de zoveelste keer ontmoeten we Belgen in Namibië. Eén van hen zegt laconiek “ wij hebben in Blankenbergen ook duinen”…

Het is nog koud wanneer we de beklimming starten, maar hoger op wordt het al snel warm – of is het de inspanning? Het uitzicht is in elk geval de moeite waard.  Jonathan en Vicky ontdekken het duinenduiken. Na duin 45 rijden we verder door naar de versmalling van de vallei waar je kan alleen met 4X4, omwille van het vele mulle zand, verder kan. Geen probleem voor onze Toyota Hillux. We parkeren de wagen na een ritje van 6 kilometer onder een boom, vullen onze drinkenbussen en volgen de markeerders (=stokjes in de grond) richting ‘Dead Vlei’. Temidden van rode duinen is de dode vallei een witte vlakte met zwartgeblakerde, dode bomen erin. Op aanraden van een zwarte gids van een klein gezelschap dat ook de vallei bewondert, beklimmen we de hoge rode duinenrug langs de zijkant van de vallei – niet evident, behalve voor Jonathan die hem 2 keer beklimt, wanneer hij teruggaat om Xenia te helpen. Eenmaal op de kam gekomen, is het uitzicht subliem. Tussen reusachtige duinen geklemd, ligt er een grote oase met enkele bomen met hun stammen in het water. Na 9 jaar droogte hebben ze dit voorjaar nog eens wat regen gehad en de restanten daarvan zien wij nu. Wat een kleurencontrasten! Op de duinen racen kakkerlakken tegen elkaar. Maar tegen een omlaag rennende Jonathan en Vicky zijn ze qua snelheid niet opgewassen. Beneden aan de oase is de aarde gekrakkeleerd. Er liggen ook grote, gedraaide peulvruchten van de kameeldoornboom – zeer voedzaam voor dieren in het algemeen en een lekkernij voor olifanten in het bijzonder. De zon is intussen hoog geklommen en het is al erg warm geworden. Wat moet dat hier heet zijn in de zomer. Op een tafeltje onder een boom eten we ons middagmaal (met ondermeer heerlijke olijfjes).  

Met de airco op verlaten we de Sossusvlei, toch wel één van de mooiste plekken die we op deze aarde al bezochten. Een lange tocht brengt ons tot bij Solitaire waar we beslissen onze tent op de zetten (het zou hier ’s nachts niet teveel waaien). Terwijl de kindjes aan het zwembad liggen te zonnen (het water in het zwembad is erg koud), maken wij de auto – en onszelf – eens goed proper. Het is ongelofelijk waar het alom vertegenwoordigende, rode zand van Namibië overal kruipt. Het doet deugd een beetje tot rust te komen. Ook hier eten we weer warm bij een knappend houtvuur (spaghetti voor de kindjes).

vorige                                                                                                                          volgende