Verslagen

Zuid-Amerika  -  Bolivia


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

 

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

09 juni 2007 Duurzaam bosbeheer in Alto Beni

Vanmorgen worden we opgewacht door een hele delegatie in het hoofdkwartier van de Mosetenen. We worden hartelijk verwelkomd en krijgen een diepgaande uiteenzetting over hun werk van de laatste jaren.

Orlando, hun woordvoerder, legt ons uit dat de Mosetenen hun bomen aan privé firma’s zouden kunnen verkopen en zich er dan niets meer van moeten aantrekken, zoals sommige andere bevolkingsgroepen het doen. Zij hebben echter voor de tragere, moeilijkere, maar duurzamere weg gekozen, om zo hun toekomst en die van hun kinderen veilig te stellen.

Orlando toont ons hoe zij met hulp van RENACE het hele gebied dat hun toegekend is door de wet, 96.000 ha, in kaart hebben gebracht. En wat we te zien krijgen zijn zeer gedetailleerde kaarten die ondermeer opgeven welke soort bomen er groeien en waar precies! Vervolgens is een duurzaam bosbeheerplan voor de volgende 30 jaar opgesteld. Dit plan is inmiddels goedgekeurd door de Boliviaanse overheid.

De Mosetenen hebben geluk, want de laatste jaren is er een grote vraag gerezen vanuit China naar het hout van de Quina Quina boom. De Chinezen vallen vooral voor het goedriekende aroma dat deze houtsoort verspreidt. En op hun gebied groeien er heel wat. Natuurlijk is het niet de bedoeling van deze ineens te kappen, maar wel op een duurzame manier.

Voor we doorgaan om het gebied zelf te bezoeken, krijgen we van de president van de vrouwelijke Mosetenen een geschenk aangeboden. Het is een plaat gemaakt van gevlochten charro waarop een boog en pijlen zijn aangebracht. We zijn vereerd en hopen dat we dit knap staaltje van artisanale kunst heelhuids in België krijgen.

Een taxi brengt ons dan naar de rand van de rivier. Hier moeten we overzetten in smalle kano’s. Het is er druk want het is vandaag, zaterdag, marktdag in Palos Blancos.

Na een andere taxi gecharterd te hebben aan de overkant, rijden we verder voor een lange rit naar het aan de Mosetenen toegekend gebied. We rijden op de Boliviaanse manier, met andere woorden met 8 in een auto voorzien voor 5. Oscar en Orlando zitten samen van voor op de passagiersplaats, onze kinderen zijn in de koffer gekropen.

Onderweg rijden we langs grote bananenplantages voor de export. Deze vruchtbare stukken grond, vlak langs de rivier, werden vroeger toegekend aan de kolonisten en behoren hen nog steeds toe.

Aan een dorpje gekomen, nemen we een afslag die ons brengt naar de ingang van het Moseteens gebied. Een ketting met hangslot verspert de doorgang. Deze dient om te verhinderen dat vreemden zo maar het gebied intrekken en in het wild bomen kappen. Na een tijdje op de kleine weg te hebben gereden, moeten we omwille van de slechte staat van de weg, te voet verder. Orlando is een goede gids en leert ons allerlei dingen over het woud: welke bladeren en sappen er dienen om welke ziekte te behandelen, hoe je een fluitje kan maken dat vogels aanlokt, en hoe je met je blote handen in de rivier kleine, eetbare, vissen kan vangen. Vooral het fluitje en natuurlijk ook het vissen vangen met blote handen, slaan in bij onze kinderen.

Aan de hand van de plannen wordt er aan de rivier gezocht naar de dichtstbijzijnde Quina Quina. Even later krijgen we de kostbare boom te zien. Zijn bladerendek glinstert in het zonlicht. Langs de weg hebben we ook al planken van het hout gezien. Het is zwaar hout met een aangenaam aroma. Orlando toont ons tevens hoe ze de bomen inventariseren; aan de bomen worden er metalen plaatjes aangebracht met nummers erop.

Het is duidelijk dat RENACE de financiële steun van Groenhart goed heeft gebruikt.

De terugweg verloopt in stilte, gezien iedereen moe is van de lange wandeling in de hitte (we zitten hier amper 450 meter hoog). In Palos Blancos is de markt nog volop aan de gang.

Wanneer we gaan avondeten, maken we kennis met een buitenlandse groep studenten (PHD’s en anderen) die hier zijn om te werken rond een project van afvalwater. Ze vertellen ons dat Palos Blancos drie jaar geleden een zuiveringsstation heeft gebouwd, maar dat het station jammer genoeg niet werkt, zodat het afvalwater van het dorp rechtstreeks in de Beni rivier wordt gestort. Zij zijn hier om uit te zoeken wat eraan kan worden gedaan.

Orlando en Justo hebben ons uitgenodigd om samen met enkele van hun kompanen naar de lokale discotheek/karaoke te gaan. Het is dan ook zaterdagavond. Ook de buitenlandse groep studenten (Amerikanen en één Braziliaanse) hoort van de activiteit en wil wel afkomen.

Terwijl Xenia en de kinderen onder de wol kruipen – te moe – trek ik met Orlando en Justo naar de lokale discotheek van Palos Blancos. Rond een uur of tien begint het vol te lopen met voornamelijk jongeren, maar ook, tot mijn verbazing, ouderen. Wanneer het dansen begint, zie ik hoe de Boliviaanse jongens zich opstellen voor de meisjes en zo over elkaar dansen (veel te mak naar mijn goesting). Gelukkig heeft de Braziliaanse studente meer vuur in haar, zodat ik nog eens mijn benen flink kan strekken (zeker wanneer er Braziliaanse muziek weerklinkt). Het bier vloeit rijkelijk en de muziek wordt beter en beter. Ik dans ook met een Boliviaans meisje van rond de 20 om te eindigen met een vrouw van rond de zestig. Sfeer is er hier zeker. Het is vroeg in de ochtend wanneer ik met Justo de weg naar ons hostel terugzoek.

Dit is dan een dag die wij, en een nacht die ik, niet snel gaan/ga vergeten J.

 

vorige                                                                                                                          volgende