Verslagen

Zuid-Amerika  -  Chili


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

 

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

24 februari 2007 Lelijk Puerto Montt

Uiteindelijk hebben we drie nachten doorgebracht in onze toffe ‘cabana’ (zie foto) die niet veel meer kostte dan een overnachting op een camping, maar ons zoveel extra luxe bood. Daarenboven was de ligging een droom. Zo rustig en zo landelijk. Gisteren jaagden onze kinderen nog schapen na die binnen de omheining van ons huisje waren geraakt omdat we het hek hadden laten openstaan. 

Het is een druilerige morgen (wat zijn we blij geen natte tent te moeten inpakken!). Na een goed ontbijt rijden we naar Coral. De overzetboot laat niet lang op zich wachten.

Kort na de middag melden we onze op de spoedafdeling van het grote, regionale ziekenhuis van Valdivia. We zijn er niet alleen. Er zijn wel een achttal kinderen met hun ouders die er aan het wachten zijn. We vrezen dat het hier lang gaat duren, maar we vergissen ons. Het voorschrift van de dokter van Coral geeft ons blijkbaar voorrang. De vrouwelijke kinderarts onderzoekt Vicky en deelt me mede dat het om een ontsteking gaat, wellicht naar aanleiding van een insectenbeet. Geen bloedonderzoek is nodig. Vicky moet wel een medicament innemen met soortgelijke werking als penicilline. Ondanks alle andere wachtenden houdt de arts niet op met vragen stellen over ons en onze reis en ze praat ook veel over zichzelf. Ik voel me niet goed bij met alle wachtenden en probeer het bezoek af te ronden, maar zonder succes. Volgens Vicky heeft de arts duidelijk een boon voor haar pappa. We maken dan maar van de gelegenheid gebruik om een voorschrift te krijgen voor medicamenten tegen zeeziekte voor Vicky.

We staan dus, joepi, veel sneller terug buiten dan verwacht, en nog belangrijker, we moeten ons om Vicky niet al te veel zorgen maken. Het is niets ernstigs en de medicatie zal haar werk wel doen.

We verlaten nu, voor de laatste maal, Valdivia en rijden zuidwaarts. Niet ver van Puerto Varas duikt de witte top van de Osorno vulkaan in volle pracht voor ons op. We nemen een gravelweg rond het meer en bewonderen de schoonheid van dit vulkanisch landschap. Ook hier is de Duitse invloed duidelijk merkbaar in huizen die we in grote domeinen rond het meer opmerken. Hier en daar staan er in de grote tuinen oude machines en er lopen zelfs lama’s rond.

Puerto Varas ziet er een gezellig stadje uit, maar we rijden verder naar Puerto Montt. Daar moeten we morgenvroeg onze auto afgeven. We hebben vooraf gepland drie nachten in Puerto Montt (zonder auto) te blijven om daar wat uit te rusten, les te geven en bij te schrijven, en dan het vliegtuig te nemen naar Ushuaia.

Wanneer we Puerto Montt binnenrijden, zien we honderden soortgelijke, kleine, triestige huisjes over de heuvels verspreid. Het lijkt wel of we een mijnwerkerstad binnenrijden. Van urbanisatie is hier duidelijk geen sprake. De hemel is intussen grijs geworden, wat bijdraagt tot het in onze ogen ronduit lelijke karakter van de stad. Moeten wij hier drie nachten blijven?

We bellen onze autoverhuurder op en vragen of we de auto tot woensdagochtend kunnen houden (en hem dan afgeven op de vlieghaven van Puerto Montt). Dit is gelukkig geen probleem.

In zeven haasten verlaten we deze in onze ogen lelijke stad en rijden we richting Isla Grande de Chiloé. Dit eiland is volgens de Chilenen een parel van de natuur. Gezien het ondertussen ver donker is, besluiten we nog op het vasteland te logeren en morgen pas de overzet te nemen.

We nemen een afslag naar Maulin, pijlen met ‘cabana’ erop volgend. Uiteindelijk komen we aan in Carelmapu, een vissersgehuchtje waar de weg eindigt. De ‘cabana’ verhuurder is duidelijk met verlof, want er is niemand te zien. Intussen is de zon ondergedoken en we hebben we nog steeds geen plek om te slapen...

We nemen de gravelweg richting strand. Twee kilometer van het dorpje houdt de weg op aan een prachtig zandstrand met steile kliffen. Het lijkt wel de Normandische of Bretoense kust. Er staan nog enkele tentjes temidden van een klein bos aan de rand van het strand. We zetten er ons tentje snel bij.

Met onze lampen op ons voorhoofd eten we onze laatste boterhammetjes op. Met het geraas van de zee op de achtergrond duurt het niet lang om, eenmaal in onze tent, in slaap te vallen.

 

vorige                                                                                                                          volgende