24 februari
2007 Lelijk Puerto Montt
Uiteindelijk hebben we drie nachten doorgebracht in
onze toffe ‘cabana’ (zie foto) die niet veel meer kostte dan een
overnachting op een camping, maar ons zoveel extra luxe bood. Daarenboven
was de ligging een droom. Zo rustig en zo landelijk. Gisteren jaagden onze
kinderen nog schapen na die binnen de omheining van ons huisje waren geraakt
omdat we het hek hadden laten openstaan.
Het is een druilerige morgen (wat zijn we blij geen
natte tent te moeten inpakken!). Na een goed ontbijt rijden we naar Coral.
De overzetboot laat niet lang op zich wachten.
Kort na de middag melden we onze op de spoedafdeling
van het grote, regionale ziekenhuis van Valdivia. We zijn er niet alleen. Er
zijn wel een achttal kinderen met hun ouders die er aan het wachten zijn. We
vrezen dat het hier lang gaat duren, maar we vergissen ons. Het voorschrift
van de dokter van Coral geeft ons blijkbaar voorrang. De vrouwelijke
kinderarts onderzoekt Vicky en deelt me mede dat het om een ontsteking gaat,
wellicht naar aanleiding van een insectenbeet. Geen bloedonderzoek is nodig.
Vicky moet wel een medicament innemen met soortgelijke werking als
penicilline. Ondanks alle andere wachtenden houdt de arts niet op met vragen
stellen over ons en onze reis en ze praat ook veel over zichzelf. Ik voel me
niet goed bij met alle wachtenden en probeer het bezoek af te ronden, maar
zonder succes. Volgens Vicky heeft de arts duidelijk een boon voor haar
pappa. We maken dan maar van de gelegenheid gebruik om een voorschrift te
krijgen voor medicamenten tegen zeeziekte voor Vicky.
We staan dus, joepi, veel sneller terug buiten dan
verwacht, en nog belangrijker, we moeten ons om Vicky niet al te veel zorgen
maken. Het is niets ernstigs en de medicatie zal haar werk wel doen.
We verlaten nu, voor de laatste maal, Valdivia en
rijden zuidwaarts. Niet ver van Puerto Varas duikt de witte top van de
Osorno vulkaan in volle pracht voor ons op. We nemen een gravelweg rond het
meer en bewonderen de schoonheid van dit vulkanisch landschap. Ook hier is
de Duitse invloed duidelijk merkbaar in huizen die we in grote domeinen rond
het meer opmerken. Hier en daar staan er in de grote tuinen oude machines en
er lopen zelfs lama’s rond.
Puerto Varas ziet er een gezellig stadje uit, maar we
rijden verder naar Puerto Montt. Daar moeten we morgenvroeg onze auto
afgeven. We hebben vooraf gepland drie nachten in Puerto Montt (zonder auto)
te blijven om daar wat uit te rusten, les te geven en bij te schrijven, en
dan het vliegtuig te nemen naar Ushuaia.
Wanneer we Puerto Montt binnenrijden, zien we honderden
soortgelijke, kleine, triestige huisjes over de heuvels verspreid. Het lijkt
wel of we een mijnwerkerstad binnenrijden. Van urbanisatie is hier duidelijk
geen sprake. De hemel is intussen grijs geworden, wat bijdraagt tot het in
onze ogen ronduit lelijke karakter van de stad. Moeten wij hier drie nachten
blijven?
We bellen onze autoverhuurder op en vragen of we de
auto tot woensdagochtend kunnen houden (en hem dan afgeven op de vlieghaven
van Puerto Montt). Dit is gelukkig geen probleem.
In zeven haasten verlaten we deze in onze ogen lelijke
stad en rijden we richting Isla Grande de Chiloé. Dit eiland is volgens de
Chilenen een parel van de natuur. Gezien het ondertussen ver donker is,
besluiten we nog op het vasteland te logeren en morgen pas de overzet te
nemen.
We nemen een afslag naar Maulin, pijlen met ‘cabana’
erop volgend. Uiteindelijk komen we aan in Carelmapu, een vissersgehuchtje
waar de weg eindigt. De ‘cabana’ verhuurder is duidelijk met verlof, want er
is niemand te zien. Intussen is de zon ondergedoken en we hebben we nog
steeds geen plek om te slapen...
We nemen de gravelweg richting strand. Twee kilometer
van het dorpje houdt de weg op aan een prachtig zandstrand met steile
kliffen. Het lijkt wel de Normandische of Bretoense kust. Er staan nog
enkele tentjes temidden van een klein bos aan de rand van het strand. We
zetten er ons tentje snel bij.
Met onze lampen op ons voorhoofd eten we onze laatste
boterhammetjes op. Met het geraas van de zee op de achtergrond duurt het
niet lang om, eenmaal in onze tent, in slaap te vallen.
vorige
volgende
|