21 mei 2007
Met een plank in het zand
Een dorpje midden in de woestijn,
met de naam San perdro de Atacama. Elf uur, papa kwam ons halen terwijl we
les kregen op een bankje in een klein hostelletje. Op weg naar de verrassing
gingen we langs het grote plein. Het was een feest voor de 21ste mei. De
verrassing was dat we fietsen zouden gaan huren om te gaan sand boarden.
Een uurtje later vertrokken we op
weg naar een grote zandduin. We volgden een geasfalteerde weg die uit het
dorp ging. Niet veel later, nadat we een hele tijd steil naar benden gereden
hadden, sloegen we rechts een kleine zandweg in. Het bracht ons in een klein
kanion. Steeds slingerde de weg heen en weer, door de 15 tal meters hoge
rotsen. Steeds opnieuw hobbelden we heen en weer.
Na een tijdje kwamen we een koppel
Fransen tegen. Samen trokken we met hen op, opzoek naar de duin. Zij hadden
namelijk ook sand boards gehuurd. Na één keer verkeerd te zijn ingeslagen,
werd de grond onder onze wielen stilletjes aan zachter. Niet veel later
zagen we voor ons de kolossale zandduin.
Uitgeput van het rijden parkeerden
we onze fietsen tegen één van de rotsen. Niet veel later klommen we vermoeid
naar boven. Aan de andere kant was het maar een paar meters hoog. Dat hadden
we eigenlijk niet verwacht.
Er waren ook wat andere mensen op
de heuvel. We hadden een kaars mee gekregen. Snel liet ik het langs de
buitenkant van de plank glijden, zodat ik niet te snel ging. Als je het in
het midden deed, zou je sneller gaan.
Zachtjesaan probeerde ik het. Eerst
ging ik heel traag, totdat ik op een bepaald moment bijna vloog. Snel
probeerde ik te stoppen. Met een hoge snelheid reed ik naar beneden en...
daar lag ik dan, vol zand… en de plank die in die tijd al helemaal naar
benden van de duin gegleden was. Die mocht ik dan gaan halen. En toen ik
weer naar boven klom, dacht ik bij mezelf dat ik er in het vervolg toch
minder kaarsvet zou op doen.
Ik probeerde eens aan de minder
hoge kant. Snel had ik het al onder de knie en ik waagde het er weer op om
langs de hoge kant te gaan.
Nu werkte het. Steeds opnieuw ging
ik op een naar benden. Tot… en weer ging ik met zo’n vaart naar benden. Ik
smeekte bijna op mijn plank om niet weer te struikelen, maar dat denken
duurde niet lang want ik lag er al. Mijn hoofd vloog ondersteboven en
daarmee belandde ik mee in het zand. Ik stond dus eigenlijk op mijn hoofd.
Een kleine windbries kwam langs. En ja, daar viel ik dan achterover en bleef
een paar meters lang glijden.
Die avond ben ik toch maar tegen
mijn zin, de douche ingegaan.
vorige
volgende
|