03 april 2007 Paarden
De zonnestralen wekten ons op een prachtige ochtend. Er
was geen wolkje te zien en de blaadjes van de bomen wapperden zachtjes in de
wind. Met mijn stinkende kleren aan, omdat we nog altijd niet op een camping
stonden waar je kleren kon wassen, stapte ik naar buiten. Met mijn voeten
half in mijn schoenen slenterde ik naar een houten tafeltje.
Vandaag was een speciale dag. Ik ging voor de eerste
keer ECHT paardrijden. Een andere keer was in China, maar dat was op zakken
en lakens in de plaats van op een zadel. We gingen toen voor meerdere dagen
en moesten bagage meenemen. Het waren ook niet echt paarden waar je voor
moest kunnen rijden. Ze volgden elkaar gewoon en je moest zien dat je er
gewoon op bleef zitten. Nee, vandaag zou ik echt paardrijden. Op een echt
zadel, op echte paarden die niet sloom een ander volgen, echt voor de eerste
keer.
Eindelijk kreeg ik mijn voet in mijn schoen. Ik keek
voor de eerste keer eens goed rond. De vorige avond waren we wat laat
aangekomen en hadden de plaats nog niet goed bewonderd. We waren aan de
rechterkant van een zandweg. Naast onze tent was een hek dat de camping met
het dorp scheidde. Aan de andere kant van de weg was een grote speeltuin. Ik
baande me een weg door het gras en klom op een speeltuig.
Het was negen uur toen mijn vader uit de douche kwam.
Hij wekte Vicky en samen vertrokken we een tijdje later naar de manege. Het
was een eindje uit de stad vandaan, namelijk in de buitenwijken, vlak waar
we een nacht daarvoor in het wild hadden gekampeerd.
De paarden stonden al klaar, vastgebonden aan een paal
en opgezadeld. We maakten kennis met de gids die ons voor drie uur zou
rondtoeren door het gebied. Hij heette Christian. Hij hielp eerst Vicky om
op het paard te komen. Daarna hielp hij mij. We gingen met ons tweeën
rondjes rijen op de piste, terwijl mijn vader op zijn paard stapte. Het
zitten op een paard kende ik nog van China. Maar het was toch even wennen
toen mijn paard plots begon te stappen.
We vertrokken samen met de gids voorop en verlieten de
manege. Eerst gingen we nog langs een gewone grote gravelweg, tot we op een
bepaald moment omsingeld waren door niets anders dan wilde natuur. We keken
om ons heen en zagen in de verte het dorp.
Nog steeds in gewone stap gingen we over een klein
zandweggetje. Een beetje later sloegen we een smal ruiterpad in. Op een
bepaald moment liep het pad dood, vlak voor een grote snel stromende rivier.
Na een tijdje zagen we het pad voortlopen aan de andere kant. De gids ging
rustig voort zonder op te kijken. Zijn paard pletste in het water en gaf
alles wat hij had. Soms zakte zijn been diep weg en verdween bijna in de
rivier. Het geluid van het water en de wegschuivende stenen klonk hol in
mijn oor. Na de rivier een beetje aan te staren, gingen onze paarden er ook
door. Het was wel wat griezelig maar eenmaal erdoor was het weer een zalige
dag.
We volgden nu nog steeds een zandweg aan de waterkant.
Stilletjes aan begon de natuur in een groot geel rietveld te veranderen.
Niets anders dan dat riet was er nu nog te zien. Het was gewoon zalig!
De gids vroeg of we eigenlijk al konden paardrijden.
Vicky kan het, zei mijn vader. Maar Jonathan nog niet echt. En dan een
beetje later begon de gids wat te draven. Vicky haar paard ging direct mee
en op een bepaald moment reden ze een eind voorop in de weide. Ik volgde hen
zenuwachtig en hield me goed vast aan de teugels. Ik werd namelijk door
elkaar gerammeld. Dan moet je je achterste omhoog en omlaag doen, zei Vicky
altijd. Ik probeerde het dan eens en het werkte goed. Ik had voor de eerste
keer gedraafd!
Daar heb ik later nog veel aan gedacht, maar het
volgende moment reed ik nog sneller als de vorige keer, vlak naast de gids.
Ik keek naar zijn paard die in volle snelheid door de weide vloog en kon
nauwelijks geloven dat ik dat ook deed. Het was gewoon schitterend. Met mijn
hoed op leek ik wel een echte Cowboy.
We minderden vaart. Je hebt gegaloppeerd, riep Vicky
toen ze in draf een beetje later met mijn vader aankwamen. We waren midden
in de vlakte gestopt om daar op hen te wachten en nu waren ze er. Ja, ik heb
het gezien, goed hoor. Dat was gewoon een schitterend moment.
Voor de rest van de drie uur hebben we hier en daar nog
eens gegaloppeerd, zalig gewoon. Alleen moest ik soms flink aan de teugels
trekken omdat mijn voeten uit mijn stijgbeugels waren geschoven.
Later zou ik zeker een paard willen hebben en ergens
hier in Argentinië een manege willen bouwen. Dat zou gewoon schitterend
zijn.
Ik knuffelde voor de laatste keer het paard waar ik op
zat en dacht, als die droom maar waar werd…
vorige
volgende
|