07 november 2006 Hong Kong
Het vliegtuig met bestemming
Hong Kong maakte zich klaar om te landen op de luchthaven die op een eiland
gelegen was. Het grote ijzeren monster met motoren die rommelden als een
vulkaan die op het punt stond om uit te barsten, zette zijn wielen op de
dikke laag asfalt van de landingsbaan. De piloot remde uit alle macht. Het
vliegtuig minderde vaart en reed naar de aankomst terminal.
Een jongen van de familie Van
Hemelrijck zat van het begin tot het einde van de landing tegen het raampje
geplakt en probeerde zich nu los te rukken. Het vliegtuig kwam tot
stilstand. De passagiers stapten een voor een uit terwijl er anderen waren
die nog rustig in een boekje aan het lezen waren.
De vier blanke mensen die met
hun hoeden net cowboys waren en toch bijna altijd aangesproken werden als
Australiërs, maar toch eigenlijk Belgen waren, stapten door de gangen van
het vliegveld. Ze gingen langs roltrappen naar boven en langs roltrappen
naar beneden. Ze stapten door drukke gangen en gingen langs loopbanen
rechtdoor en langs loopbanen rechtdoor.
Nu zaten ze in de elektrische
trein die hun gevieren van het eiland naar het echte Hong Kong ging brengen.
De stad waar de mooiste skyline ter wereld is, waar de modernste gebouwen
staan. Waar je alles kan vinden dat je nodig hebt. De stad waar wij naar toe
gingen. De trein ging door tunnels en over bruggen. Over andere eilanden en
naast gebouwen die hier klein waren; maar stonden ze in België, dan waren
het grote, onvoorstelbare, niet te geloven hoge gebouwen. De trein stopte op
het station van Kowloon, aan de overkant van Hong Kong Island, waar de
echte, heel hoge gebouwen stonden.
We namen een taxi die ons naar
het kleine guesthouse zou brengen. Het was gelegen op de zevende verdieping.
Er waren zes kamers. Wij hadden nummer drie. Het was klein, een stapelbed
waarvan het onderste bed een dubbel was. Daarnaast stond ook nog een normaal
bed. We installeerden ons en vertrokken naar de rand van de rivier waar je
de skyline kon bewonderen. We zouden ook een lichtshow te zien krijgen. We
namen de metro. Een trein die onder de grond ging, bracht ons naar de
wandeldijk.
Het was een ongelooflijk
zicht. De onvoorstelbare hoge gebouwen fonkelden in mijn ogen. Al die kleine
lichtjes leken op miljoenen sterren aan de hemel. Het leek net of de
wolkenkrabbers de duistere lucht, zoals het woord zegt, krabden. De
lichtshow was over alle gebouwen. Er waren lazers. Op elk gebouw werden de
mooiste kleuren vertoond. Er waren grote lichten waardoor het leek dat alle
voorbijvliegende vliegtuigen hun koers veranderden van de schrik.
Het was een dag om van te
dromen tussen de gebouwen met miljoenen lichtjes, boven straten en winkels,
naast bedrijven en hotels, het was onze eerste nacht in Hong Kong!
vorige
volgende
|