Verslagen

AZIE  -  Tibet (China)


 

 

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Antarctica

¤ Zuid-Amerika

 

¤ Arthurschool
 

 

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

28 oktober 2006 Aankomst in Chitwan

De grote toeristenbus stopte. De deur ging open en werd direct versperd door tientallen mensen met borden in de hand waarop de namen van lodges stonden. De bagage werd van het dak gesmeten en belandde op de grond. Alle toeristen vertrokken langzaamaan naar hun lodge.

Soms zaten ze met 5 in een auto gepropt en geplet. Bij anderen was het wat simpeler: ze gooiden de kleinsten in de achterbak, namelijk Jonathan en Vicky. De auto startte, trok snel op, draaide een straat in en liet de bus achter zich. Hij volgde de gravelweg die kronkelde tussen huizen en weilanden, over rivieren en door bossen, langs geiten en koeien, helemaal naar Rainbow Safari Lodge. De auto stopte vlak naast een grote olifant die klaar gemaakt werd voor een safari.

In het restaurant ontmoetten we de baas van de lodge. Hij leidde ons naar een kamer. Onze spullen,  die we niet hadden meegenomen op de raftingboot en die we met een bus hebben laten meegaan, stonden netjes in de hoek van de kamer. De ventilator draaide en er lag op elk bed een groene handdoek. Ik bemachtigde snel een bed, papa testte de computer snel om te kijken of hij nog werkte, want het kon zijn dat ze er ook mee gegooid hadden. Dan ging papa een extra matras vragen voor Vicky omdat er maar drie bedden waren.

Ik was van plan om de boel eens wat te gaan verkennen. Ik deed de deur open, stapte van het trapje en volgde het weggetje. De zon scheen op mijn rug en ik rook de geur van bloemen. Op terrasjes zag ik mensen een boek lezen of gewoon een beetje zonnen. Ik hoorde het getjilp van vogels en het geritsel van krekels, het geblaf van honden en het miauwen van poezen, de wind die langs mijn oren raasde en…”Jonathan, heb je geen honger? Kom we gaan eten!”

Die avond lag ik wakker in mijn bed, ik dacht aan de straat, aan mijn vrienden en familie, aan al de mensen die ons kenden, aan het voetballen in het park, aan de grote ring van Antwerpen, aan de grote huizen, aan blanke mensen, aan de Nederlandse taal, aan de mensen die we al hadden ontmoet en uiteindelijk… terwijl mijn ogen dicht vielen, dacht ik dat ik het gelukkigste kind op aarde was.

 

vorige                                                                                                                          volgende