01 juli
2007 Arequipa, de witte stad
Ondanks de redelijk comfortabele ligstoelen van de bus
hebben we toch niet al te best geslapen. Om zes uur in de ochtend rijden we
de busterminal van Arequipa binnen. In het ochtendschemer zien we de
kegelvormige, nog actieve, vulkaan Mysti (5822 m.) boven de stad uittornen.
Jorge, zo heet de taxichauffeur die we aan de uitgang
van het station charteren, voert ons van het ene hostel naar het andere.
Nergens is er een vrije kamer voor vier te vinden. Het hostel Casona Blanca
(op 4 blokken van de Plaza, in Calle Alvarez Thomas) heeft een verzorgde
triple kamer voor niet teveel geld. Die kamer wordt het.
We hebben zin in een stevig ontbijt en wandelen naar de
Plaza de Armas. Er is wat aan de hand, want we horen gezang. Tot onze
verbazing staat het plein vol met soldaten in volle gevechtsuitrusting. Op
het moment dat we op het plein aankomen, zingen ze uit volle borst het
Peruviaanse nationale volkslied. Zeer indrukwekkend. Niemand kan ons
vertellen waarom er deze morgen deze parade is. Het enige wat we te weten
komen is dat er blijkbaar elke zondag een plaatsvindt.
De Plaza is schitterend. De enorme sillar kathedraal en
verschillende koloniale kerken omzomen het plein. Sillar is een licht
gekleurde vulkanische steen die in grote hoeveelheden in de nabije omgeving
werd (en wordt) ontgonnen en die fonkelt in de zon. Ondermeer omwille van de
silar heet Arequipa de witte stad. Een andere reden voor deze bijnaam is het
feit dat er vele blanken (Spanjaarden) in de stad leefden. Achter de
kathedraal zie je de sneeuwtoppen van de Chachani (6075 m.) en de Pichu
Pichu (5571 m.).
We ontbijten op één van de balkons rond het plein en
bewonderen de militaire, en later folkloristische, parade. We hebben nog
nooit zoveel parades gezien als de laatste maanden hier in Zuid-Amerika.
Na ons opgefrist te hebben en wat te hebben uitgerust
in ons hostel, stappen we naar DE bezienswaardigheid van Arequipa, namelijk
het klooster van Santa Catalina. Dit, in 1580 door een weduwe opgericht,
klooster voor nonnen uit rijke, Spaanse families is een stad binnen de stad.
Bijna 300 jaar lang, tot 1970, was het klooster verboden terrein voor niet
geestelijken. Nu, hoewel nog steeds bewoond door een 30-tal zusters, kan je
een groot deel ervan bezoeken.
Te vergelijken met onze begijnhoven, maar dan nog
uitgestrekter, is het Santa Catalina klooster een architecturale parel.
Prachtige booggewelven, smalle steegjes, heel vele diep blauw en okerrood
geschilderde muren, knusse huisjes met grote, open haarden, vele bloemen,
fonteintjes … kortom een zeer aangename stad om in te wonen. Alleen, je moet
er non voor willen worden…
We zijn echter nog niet helemaal bekomen van onze
busrit. Twee uitnodigende stoelen in het zonnetje zorgen ervoor dat Vicky en
Eddy even een dutje doen.
Terug in het hostel hebben een aantal Peruviaanse
toeristen het volleybalnet op het, door cactussen omgeven, binnenpleintje
van het hostel opgesteld. Gezien ze met zijn vijven zijn, zorg ik voor de
zesde man en speel een aantal spelletjes met hen mee.
Maar dan is het tijd voor een douche en een goed bed…
vorige
volgende
|