22 juni
2007 Busrit naar Cusco
We genieten nog heel de voormiddag van onze duplex in
Las Olas, maar dan is het tijd om naar de bushalte te gaan. Gezien we nu een
pak meer betalen dan gewoonlijk, hebben we de luxe van een kruier die al
onze bagage in een wagentje naar het agentschap rolt.
De bus staat al klaar en we kunnen dadelijk aan boord.
Het is een verbazingwekkend moderne bus.
We klimmen van Copacabana de heuvel op en zijn op een
wip en een gauw bij de Peruaanse grens. Daar moeten we eruit voor de nodige
stempels in onze paspoorten. Het gaat erg vlot. We wandelen de grens over en
stappen terug in onze luxe bus.
We krijgen vanuit het busvenster mooie zichten op het
Titicaca meer te zien.
In Puno, bekend om zijn drijvende eilanden, houden we
even halt. We hebben heel veel positiefs over de uitstappen vanuit Puno
gehoord, maar ook dat het super toeristisch is. De mensen van de bus stellen
ons voor gedurende enkele uren de drijvende eilanden op het meer te bezoeken
en dan om 20 uur verder te bussen. Dit zou echter betekenen dat we rond 3
uur in de ochtend in Cusco zouden aankomen en dat zien we helemaal niet
zitten.
We rijden dus verder en al gauw valt de duisternis in.
De weg kronkelt steeds hoger en hoger. Er is geen licht in de bus, geen
film, en het lijkt wel een eeuwigheid te duren alvorens we in de hoofdstad
van de Inca’s aankomen.
Van Zwitsers hebben we het adres van Casa Campesina
gekregen. Bij onze aankomst zien we dat het een voltreffer is: zeer
verzorgd, rustige binnenkoer en op wandelafstand van de Plaza de Armas.
De bedden zijn volgens Jonathan zaaaaalig en het duurt
niet lang of we zijn allemaal in dromenland tijdens onze eerste Peruaanse
nacht.
vorige
volgende
|