Verslagen

Zuid-Amerika  -  Bolivia


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

 

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

16 juni 2007 Busrit naar Lago Titicaca

Terwijl  Jonathan en Vicky in de straat achter onze hoek (Sagarnaga), in ons stamontbijtcafé, onder hun tweetjes muesli met melk gaan eten (wat zijn ze toch ongelofelijk zelfstandig), pakken wij alles snel in.

Stipt om half acht kloppen ze op onze deur. De bus die ons naar Copacabana, het Boliviaanse Knokke aan het Titicaca meer, gaat brengen, wacht op ons. We halen Jonathan en Vicky snel uit het restaurantje en stappen aan boord van de comfortabele bus.

De busrit loopt via een hoogtevlakte boven de 4000 meter omzoomd door sneeuwbergen. We denken terug aan onze treinrit van Chengdu (China) naar Lhasa (Tibet). Bolivia is toch echt het Tibet van Zuid-Amerika.

En dan doemt het enorme, azuurblauwe Titicaca meer op. We zien bootjes liggen tussen het riet aan de rand van het meer. Om de weg in te korten, moeten we uitstappen en op kleine bootjes de smalste kant van het meer oversteken. Onze bus volgt iets later in een andere kleine platboot, bestemd voor voertuigen.

Een groot bord maakt duidelijk dat het meer een schat is, en dat men er zorg voor moet dragen om de eigen toekomst te verzekeren.

Niet veel later dalen we van de groene heuvelruggen af naar Copacabana, Bolivia’s bedevaartsoort, en tevens ’s lands meest bezochte badplaats. Voor alle duidelijkheid, we bevinden ons nog steeds erg hoog, namelijk op 3840 meter boven de zeespiegel. Rond de witte kathedraal in het stadscentrum, waar men de Virgen de Copacabana vereert, zijn er vele winkeltjes. We kunnen niet aan de verleiding weerstaan om weer wat souvenirs in te kopen.

En dan is het tijd om op het water te genieten. We huren ons 2 dubbele pedalo’s en verkennen Copacabana’s haventje. Vicky en Jonathan zijn in de wolken.

Vicky en ik geraken echter vast met onze pedalo (over een boei gevaren). Gelukkig is er een Nederlander in zwempak op een zeilbootje niet veraf. Hij duikt in het frisse water (15 graden) en maakt de boei los. Zeg nu nog eens dat Nederlanders niet behulpzaam zijn!

Rond half zes trek ik de calvarieberg van Copacabana nog op om de zon te zien ondergaan over het meer. Het is een echte lijdensweg om boven te geraken, erg steil en weinig zuurstof. Het uitzicht is echter fenomenaal. Een Boliviaan toont me een kleine slang die zich tussen de rotsen verbergt en een Argentijn speelt een serenade op zijn gitaar terwijl de zon ondergaat. Morgen neem ik de rest van het gezin mee omhoog!

Onder een fonkelende sterrenhemel trekken we ons terug in ons hostel Utama (Aymara voor “thuis”). Nadat de zon ondergaat, duikt de temperatuur omlaag zodat de dikke dekens op onze bedden heel goed van pas komen!

 

vorige                                                                                                                          volgende