27 mei
2007 Met de bus naar de mijnstad Potosi
Onze Engelse reiskompanen hebben een bus geboekt die om
half tien vertrekt. Wij hebben voor een ander agentschap gekozen waarvan de
bus om 10 uur vertrekt.
We maken deze ochtend echter kennis met de manier van
organiseren in Bolivia. De bus van ons kantoortje is namelijk geschrapt,
maar geen probleem, we kunnen met een andere maatschappij mee.
We krijgen nieuwe zitplaatsen toegewezen, maar wellicht
ten koste van enkele Bolivianen die de hele rit in het midden van de bus al
rechtstaand of halfzittend op bagage doorbrengen.
Er is ons verteld dat we rond een uur of vier in de
namiddag zullen toekomen in Potosi, na een lunchstop.
De weg kronkelt en klimt door het desolate
hooggebergte. Voor mensen die last hebben van wagenziekte is het geen
pretje. Hier en daar stapt een passagier op en af. Het is al half één en nog
zijn we niet gestopt voor lunch. Gelukkig hebben we ons hier (een beetje
toch) op voorzien en hebben we al wat fruit en chocolade gegeten.
Tot onze verbazing blijken we even voor tweeën aan te
komen in Potosi, onze eindbestemming. We zijn opgelucht dat het zo snel is
gegaan. Onze Engelse vrienden, die een bus voor ons hebben genomen, komen
pas om half vijf in de namiddag aan, zo leren we later. Tja, ook dit is
Bolivia.
Het busstation van Potosi bevindt zich aan de rand van
de stad. Naar het centrum is een dik half uur stappen en dan nog wel steil
omhoog. Als we erbij vertellen dat Potosi, de hoogste stad ter wereld, iets
boven de 4000 meter ligt, zullen jullie begrijpen dat we een taxi nemen.
De taxi zelf is antiek (Japans model anno 1975, zegt de
gepensioneerde chauffeur). We vinden het verbazingwekkend dat de auto met
ons en onze bagage het centrum haalt.
Op aanraden van onze Franse vrienden van San Pedro de
Atacama nemen we een ruime, mooie kamer in Hostal La Casona.
Dan verkennen we deze mijnwerkerstad, in de 16de
eeuw de grootste stad van de wereld, allemaal te danken aan de berg waar de
stad tegen ligt. De berg zit namelijk vol met mineralen, voornamelijk
zilver.
Op het grote, kleurrijke plein zien we voor het eerst
Boliviaanse vrouwen in wijde rokken en met bolhoeden op, rondlopen.
Verschillenden van hen dragen kindjes in doeken op hun rug.
Ondanks het feit dat we toch al meer dan een week op
grote hoogte hebben vertoefd, merken we dat het niet verstandig is hier te
lopen. Gewoon de trappen opgaan in ons hostal doet ons al naar adem happen.
Rustig stappen is de boodschap.
In een aantal straten is er een markt aan de gang. Al
wat je nu koopt, krijg je later in je leven in het echt, zo vernemen we van
de bewoners van Potosi. Er zijn plastieken modelhuizen, auto’s en bussen te
koop en bergen vals geld. Jonathan en Vicky kopen duizenden valse Euro’s in
briefjes van 200 en 500. Nu maar hopen voor hen dat het werkt…
vorige
volgende
|