Verslagen

Zuid-Amerika  -  Chili


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

 

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

22 mei 2007 Geisers El Tatio

Vorige nacht zijn we vroeg gaan slapen. Niet alleen omdat we uitgeput waren door het zandsurfen, maar ook, en vooral, omdat deze ochtend onze wekker om half vier afloopt. Ja, je leest het goed: half vier! Zonder morren staan we alle vier in de koude en donkere nacht op en lang voor zonsondergang nemen we, warm ingeduffeld, plaats in een busje met bestemming de geisers van El Tatio (wat in de lokale taal “de oude” betekent; grappig want “tatus” betekent “vader” in het Pools).

De geisers liggen op maar 90 kilometer ten noorden van San Pedro de Atacama en de zonsopgang vindt plaats rond zes uur. Waarom moeten we dan zo vroeg uit ons bed?

Wel, een eerste reden is de moeilijke weg erheen. Deze is van zand gemaakt en slingert van 2.440m tot op 4.321m boven zeeniveau. De geisers van El Tatio zijn namelijk de hoogst gelegen geisers ter wereld.

Een tweede reden voor ons supervroeg opstaan is het feit dat we nog voor zonsopgang in de hoogvlakte van de geisers moeten zijn, omdat bij het opkomen van de zon een bijzonder fenomeen ontstaat.  De hete vulkanische rotsen rond El Tatio verwarmen namelijk constant een onderwater rivier tot 85 °C (op meer dan 4000m, betekent dit kokend water). Door de koude van de nacht zijn de gaten in de aarde, fumaroles genoemd, als het ware afgesloten (hoge druk) en kan de stoom van de kokende rivier niet weg. Maar bij zonsopgang stijgt de temperatuur (lagere druk) en kan de stoom uiteindelijk ontsnappen.

Dit natuurwonder volstrekt zich voor onze ogen iets na onze aankomst in het geiserpark. Bij een buitentemperatuur van min 13 graden (!) zien we bij een opkomende zon steeds meer stoom uit tientallen gaten vrijkomen. Wow!

We wandelen rond, te midden van de geisers, en bewonderen het natuurspektakel. Intussen bereidt onze charmante gids ons ontbijt. Hij maakt gebruik van de heetwaterbronnen om eieren te koken en warme chocolademelk voor ons klaar te maken.

Wanneer de zon hoger aan het firmament staat, en de temperatuur terug wat dragelijker wordt, zijn er nog maar weinig geisers te bespeuren. Wat is de natuur ongelooflijk en wat hadden we gelijk om zo vroeg te komen!

Op de terugweg naar San Pedro krijgen we nog meer natuurschoon te zien, waaronder bevroren rivieren en bergmeertjes. Xenia houdt enorm veel van de kleine grasstruikjes, Bajas Bravas (of lage dappere) genoemd. Ze gaat er even zelf te midden van deze planten mediteren.

We hebben ook geluk wat het zien van wild betreft. Naast lama’s zien we onze eerst vicuna’s, een soort guanaco’s, maar dan kleiner en met een ander kopkleur. We zien ook vizcacha’s, bruingroene diertjes met een lange staart, die rondspringen zoals kangoeroes. Ze zijn moeilijk te ontdekken omdat hun kleur hen zo goed camoufleert.

We houden nog halt bij een klein dorpje, uitgerust met zonnepanelen. We bezoeken er het mooie kerkje en één van de weinige inwoners maakt voor ons lekkere kaaspannenkoeken klaar. Volgens Juan, onze gids, zijn de zonnepanelen door mijnbedrijven geschonken aan de inwoners om hen koest te houden. Er zijn namelijk veel mijnbedrijven in de Atacama woestijn en hun activiteit brengt het waterniveau in gevaar…

Vlakbij San Pedro rijden we door een vallei met grote cactussen. Juan vertelt ons dat tot nog niet zo lang geleden het hout van de cactussen gebruikt werd voor allerhande meubilair (ook vaak voor kerken). Nu mogen de cactussen niet meer gekapt worden; alleen als ze omliggen, mogen ze verwerkt worden.

Bij onze terugkomst in ons tof dorpje is het weer veranderd. Er is veel wind en de dorpelingen waarschuwen ons voor een zandstorm. Hopelijk zal die niet te lang duren!

 

vorige                                                                                                                          volgende