14 mei
2007 Paraty waar de tijd blijft stilstaan
Waar we voorzien hadden om een drietal dagen op Ilha
Grande te blijven, zijn het er uiteindelijk acht geworden. Zo vrij zijn in
doen en laten is ongelofelijk tof. Het is zonder twijfel één van de grootste
pluspunten van een lange reis zoals de onze.
We nemen afscheid van de sympathieke en erg behulpzame
uitbaters van pousada Acalanto.
De Engelsman Mark heeft meerdere jaren in Zuid-Amerika
gids gespeeld voor de Canadese reisorganisatie GAP (Great Adventure People).
En zoals eerder geschreven, is zijn kennis van flora en fauna goed van pas
gekomen tijdens onze tocht naar de papegaaienspits van het eiland.
Anna is een Noorse politieagente die afgevaardigd is
door de Noorse overheid om in de favela van Niteroi een politiemacht op te
richten die een ander imago moet krijgen dan dat van de huidige Braziliaanse
politie. Het moet een imago worden van “de politie is er om te helpen, niet
om af te persen…” Het project heeft echter vertraging opgelopen door
administratieve beslommeringen. Werken in een hostel is iets nieuws voor
Anna, maar haar behulpzaamheid kent geen grenzen.
Het koppel baat het hostel uit tijdens de afwezigheid
van de Franse eigenares van de pousada. De Franse dame viel enkele jaren
geleden voor een bagagedrager van het eiland, trouwde met hem, kocht er een
pousada en een boot, en is nu met haar gezin voor enkele maanden naar
Frankrijk.
Met de Acalanto, de boot van het hostel, varen we terug
naar Angra dos Reis. Het is een mooie tocht onder een dreigende hemel. Een
lokale bus brengt ons via de groene kust (Costa Verde waarover later meer)
naar Paraty.
Paraty is een dorpje dat in de 18de eeuw
groot is geworden als stopplaats tussen Rio en de goudmijnen van Gerais. Na
het bouwen van een spoorlijn in 1720 tussen de twee, is het dorpje langzaam
leeg gelopen. Hierdoor heeft het zijn authenticiteit behouden en is nu
erkend als UNESCO werelderfgoed. Alles in Paraty herinnert aan zijn
koloniaal verleden. Het dorpje kent drie kerken, één voor de zwarte slaven,
één voor de mulatten, en één voor de blanken. De autovrije straten zijn
geplaveid met grote keien, waarvan er een deel regelmatig onder water lopen
bij vloed. Overal zijn er restaurantjes en winkeltjes.
Na wat speurwerk vinden we een zeer verzorgde en niet
te dure pousada, genaamd Marendez, aan de rand van het centrum. Op de open
binnenkoer is er zelfs een bubbelbad, waar Jonathan en Vicky zich in het erg
frisse water uitleven. Onze kamer bevindt zich achter de bloemen op de
eerste verdieping waar de houten papegaai hangt.
vorige volgende
|