22 april
2007 Foz do Iguaçu (Brazil)
Vandaag gaan we de wereldberoemde Iguazu watervallen
bezoeken. En we beginnen aan de Braziliaanse kant! Een lokale bus brengt ons
naar de grens waar we een stempel in onze paspoorten krijgen als bewijs dat
we Argentinië verlaten. Tot onze verbazing moeten we niet stoppen bij de
Braziliaanse grenspost en mogen we zo het land in. De buschauffeur doet ons
iets verder uitstappen en wijst ons een bushokje aan de andere kant van de
straat aan. Daar moeten we wachten op de Braziliaanse bus die ons naar het
park brengt.
Even later staan we aan de ingang van het Parque
Nacional do Iguaçu. Overal fladderen er kleurrijke vlinders. Met een
dubbeldekbus rijden we het park binnen. Van deze Braziliaanse provincie,
Parana, is de jungle gedecimeerd van 85% in 1930 tot 3 % nu. Om te huilen.
Van die 3% is het park een groot deel.
We houden halt aan een luxe hotel (600 EUR voor een
nacht). Daar begint de wandeling naar de watervallen die we al horen
donderen in de verte.
In het begin van de weg ontmoeten we voor het eerst
cuati’s. Met hun dikke staart in de lucht zijn deze dieren op zoek naar
domme toeristen die hen eten willen geven. We zien hoe een cuati een naar
hem uitgestoken plastic zak uit de handen van de verbaasde toerist ritst en
ermee vandoor gaat. Cuati’s hebben zeer scherpe klauwen en gevaarlijke
tanden. De bordjes waarop staat hen niet te voederen, halen spijtig genoeg
weinig uit.
Dan is het zover. We krijgen voor het eerst de Iguazu
watervallen in al hun pracht en praal te zien. Ze zijn ontstaan door een
grote aardbeving die miljoenen jaren geleden een deel van het land heeft
opgetild. Dit proces is gebeurd in verschillende fases waardoor er trappen
zijn ontstaan, zodat de Iguazu rivier in cascades omlaag stort. Wat een
schouwspel!
Zijn het de cascades zelf of het feit dat we hier, aan
de Braziliaanse kant, de watervallen in breedbeeld kunnen bewonderen, we
vinden de Iguazu watervallen nog mooier dan de toch ook al zeer
indrukwekkende Victoria Falls in Zimbabwe. Sorry Vicky, we hadden je Iguazu
moeten noemen J.
Ook Otji, onze cheetah van Namibië, mag mee op de foto.
Naast de ronduit schitterende watervallen, trekken ook
de honderden, kleurrijke vlinders, op en langs het wandelpad, onze aandacht.
Ze strijken neer op onze hoeden en rugzak. Ze op je hand zetten, is ook geen
enkel probleem. Wat een vlinderparadijs is het hier (voor foto’s, zie
beelden). Hier zou Nils, één van Jonathan’s beste vrienden en een
vlinderfanaat, moeten bij zijn.
Het wandelpad brengt ons tot bij de duivelskloof, waar
de grootste en breedste watervallen omlaag donderen. Via een zigzagbrug
wandelen we tot vlak boven een van de vele spectaculaire watervallen. In het
opstuivende water krijgen we een regenboog te zien. Wat is de natuur toch
wondermooi! Deze plek behoort zonder enige twijfel bij onze top 10 mooiste
plekken op aarde.
We keren, na een korte lunch, voor een tweede keer
terug naar dit uitzichtpunt om, nu met een volle maag, te kunnen genieten
van het natuurschoon.
De terugweg naar Argentinië en ons hostel El Guëmbe in
Puerto Iguazu verloopt iets minder vlot. We wachten bijna een uur op de bus,
maar er komt er geen opdagen. Misschien omdat het zondag is. Onze kinderen
liften vrolijk, maar de enige auto die stopt is een taxi. Die brengt ons,
samen met nog twee meisjes, vlot terug naar Puerto Iguazu.
De avond valt hier snel (rond 18 uur), maar aangezien
het nog rond de 25 ° is, is het heerlijk afkoelen in het zwembad. Wat een
onvergetelijke dag!
vorige
volgende
|