27 maart
2007 Nationaal Park Los Alerces
Vlakbij Trevelin ligt de ingang van het Nationaal Park
Los Alerces. Het is één van de oudste nationale parken in Argentinië (1937),
opgericht om de gigantische Alerce bomen te beschermen.
We doen onze inkopen in het stadje en rijden onder een
mooie, blauwe hemel het park binnen. Aan de ingang van het park staat
volgens mij één van de bekendste en belangrijkste teksten inzake
natuurbehoud. De vertaalde tekst luidt als volgt:
Wij hebben de aarde niet geërfd
van onze ouders, maar geleend van onze kinderen.
Met onze kinderen trekken we het park in. We wandelen
er eerst langs een pad waar bordjes uitleg geven over de lokale flora en
fauna. Het pad leidt ons naar een grote rots waar onze voorouders
beschutting zochten en enkele rotstekeningen hebben nagelaten. We klimmen
naar de top van de rots en krijgen een knap uitzicht over het Futlaufquen
meer en de omliggende bergen.
We lunchen, genietend van de warme zonnestralen, aan de
rand van het meer. Aalscholvers drogen er hun veren op dode boomstammen in
het water.
Onze volgende wandeling start aan een brug over de
rivier Arrayanes. De naam van de rivier verwijst naar een boom met rode stam
en takken, de Arrayan, waarvan er hier veel groeien. Blaren en sap van de
boom hebben geneeskrachtige eigenschappen die al gekend waren door onze
voorouders.
Het is een knappe tocht met alweer een hoop uitleg via
bordjes. We zien er een eenzame, jonge (nu ja, toch al 300 jaar) Alerce boom
aan de voeten van de rivier. De kleuren van bos, water en hemel zijn
superscherp door de zuivere lucht.
Bij een uitkijkpunt over het Groene Meer ontmoeten we
opnieuw een erg vriendelijk Belgische koppel dat in Zwitserland woont. Ze
trokken al van ons een foto bij de Moreno gletsjer enkele dagen geleden. Ook
zij verkennen met een huurauto het land en begonnen net als wij in Ushuaia.
En dat leeftijd geen belemmering mag zijn, bewijzen zij wel. Hij is 72 jaar
oud en zijn vrouw is einde zestig.
Na een lange babbel met hen tijdens onze verdere
wandeling, nemen we afscheid en starten we onze zoektocht naar een mooie
overnachtingplaats. We volgen een steile weg naar de oever van het Rivadavia
meer, maar de kamping is gesloten. Éen van de eigenaars is er aan het werken
aan een toekomstig restaurant. Gezien we het een prachtige plek vinden,
vragen we de man of we toch niet een nachtje mogen kamperen voor een kleine
vergoeding, en de man gaat akkoord.
Die avond bij een kampvuur krijgen we een mooie
zonsondergang te zien. De man is vertrokken, we zijn hier weer helemaal
alleen, met uitzondering van de vogels, de hertjes en de forellen in het
meer.
vorige
volgende
|