20 maart
2007 Van Torres del Paine naar El Calafate
Die ochtend zien we vanuit onze tent hoe een gaucho
zijn prachtige paarden van de berghelling bij elkaar drijft en ze dan via de
oever van de rivier naar de weide leidt.
Onze kinderen beginnen hardop te dromen van een eigen
manege ergens op een groot domein. Vicky in de Ardennen, Jonathan in de
Alpen of in Argentinië (zolang er maar bergen, bossen en water is).
Wanneer we de camping verlaten, houden we nog even halt
bij het pittoreske bruggetje dat ons gisteren naar de Torres leidde (het
bruggetje is zo smal dat we ons zelfs afvroegen of we er wel met de auto
over mochten).
Aan de bushalte voor trekkers, ontmoeten we nog enkele
mensen die we hebben leren kennen in Yakush. Na een kort praatje stappen we
de auto in en rijden verder richting El Calafate. Onderweg ontmoeten we nog
struisvogels en, hoe kan het anders, enkele kuddes guanaco’s, ondermeer in
een uitgedroogd meer (met de Torres in de verte – schitterend!).
Het nationaal park Torres del Paine is zeker en vast
het ommetje naar Chile waard geweest.
De grens met Argentinië ligt niet al te ver buiten het
park, in een grensdorpje dat je best kan vergelijken met een Far West
stadje, al is het hier natuurlijk Far South. Één kruispunt, een vijftal
huizen en wind, wind, wind… Bij de Chileense douane is het wel aanschuiven
(een hele bus Nederlanders voor ons), maar bij de Argentijnen gaat het snel.
Aangekomen in El Calafate, zetten we onze tent recht op
de gemeentelijke camping. Het is nog maar half zes in de namiddag, maar we
scheuren van de honger. Gelukkig krijgen ze hier meer toeristen die niet
kunnen wachten tot na 20 uur om te eten. We vinden een restaurantje in de
hoofdstraat waar we warme snacks (pizza’s natuurlijk) kunnen krijgen.
En wie wandelt er dan langs het raam? Het sympathieke
Nederlandse stel Selfa en Rogier (zie Jonathan’s verjaardag in Antarctica en
Ushuaia). Zij hebben ons zien zitten en komen ons enthousiast begroeten.
Terwijl wij in Torres del Paine waren, hebben zij in Fitzroy (Argentinië)
getrokken. We nodigen hen uit om later die avond op onze camping iets te
komen drinken. Wij doen nog eerst inkopen voor de volgende dagen (mogelijk
kamperen we de volgende nacht in het wild).
Die avond wordt het met de Nederlanders gezellig
kletsen bij een glaasje wijn (ook al is het frisjes buiten).
vorige
volgende
|