16 februari
2007 De Valiviaanse kust
Wanneer we in de bus de gordijnen opzijschuiven zien we
bossen en nog eens bossen. Het is bewolkt en mistig en niet al te warm.
Valdivia lijkt wel een Duits stadje op de samenvloeiing tussen twee
rivieren.
Een vriendelijke (alweer, ik weet het, maar ze zijn het
echt) taxichauffeur brengt ons naar de jeugdherberg Aires Buenos. Onze
geboekte kamer is nog niet vrij. Het oude gebouw is vochtig en echt
vriendelijk is de ontvangst ook niet.
Ik ga op zoek naar andere logies en naar een huurauto.
In dezelfde straat als Aires Buenos (Calle Lagos) vind ik het propere en
verzorgde Gerlach Hostel. En iets verderop in de straat kunnen we een
kleine, moderne Ford K huren bij Jefe.
Intussen is de zon erdoor gekomen en wordt het genieten
van de mooie omgeving van Validivia. We rijden naar het badplaatsje Niebla.
We volgen de kustweg (gravel road) richting Nationaal Park. Er staan enkele
mooie percelen grond te koop, sommigen met een huis erop met een magnifiek
zicht op de oceaan.
We houden halt langs de steile kust en dalen af naar
het zandstrand. Er is een riviertje dat zich hier in zee stort. Het is een
knappe plek waar we meerdere uren doorbrengen. Jonathan en Vicky proberen
met onze Kipling bâche te paragliden van de zandheuvel, maar zonder succes.
We vinden langs de waterkant een dode pinguïn waarboven wel een tiental
machtige gieren rondvliegen.
Na ons bezoek aan het strand rijden we de heuvels op
het binnenland in en genieten van de zuivere lucht en het mooie landschap.
We maken de vergelijking met Nieuw Zeeland, maar daar is alles veel
verzorgder en ‘geciviliseerder’.
vorige
volgende
|