25 januari
2007 Grotten en Gauguin
Na een heerlijke nacht krijgen we een ontbijt
voorgeschoteld met veel vruchten. De papaja, met een vleugje citroen erover,
smaakt veel beter dan de Aziatische papaja. Xenia is in de wolken met de
overvloed aan avocado’s. Onze kinderen houden het bij cornflakes en droge
Franse baguette (hmm zo lekker).
De weervoorspelling is nog altijd verre van goed en we
overleggen wat te doen. Er staat veel wind en nu op zee gaan is (vooral voor
Vicky) voor moeilijkheden vragen. Wanneer het weer zo slecht blijft (ok, we
zitten in het regenseizoen hier, maar normaal gesproken zijn dat flinke
buien, en geen continue regen), is het verder op Tahiti blijven een dure
grap, zeker wanneer we niets van het eiland of de omringende eilanden kunnen
zien.
We bellen met de vliegtuigmaatschappij Lan Chile. We
kunnen onze vlucht naar het Paaseiland vervroegen van 5 februari naar de
volgende vlucht, op 29 januari. Wat we ook doen, ook al doet het vooral bij
Xenia hartpijn. We zijn zo dicht bij deze prachtige eilanden, en we gaan ze
niet zien. Op vraag van Vicky en Jonathan blijven we verder bij Flotahia
logeren, in plaats van een boot te nemen of de ferry naar zustereiland
Moorea.
Gezien we de auto om 15 uur moeten teruggeven, willen
we het eiland nog maximaal verkennen. We rijden even verder het
schiereiland op, maar gezien de bergen in de wolken schuilgaan, heeft het
niet veel zin.
Dan maar terug richting Papeete. Onderweg houden we
eerst halt bij het museum van Paul Gauguin. De schilder heeft een deel van
zijn bewogen leven in Frans Polynesië geleid. Zijn mooiste schilderijen
maakte hij hier op Tahiti en op de Markiezen. Pappa Eddy is natuurlijk het
meest geïnteresseerd in de Polynesische naakten.
Op één van zijn laatste werken (wat als zijn testament
wordt beschouwd), schildert Gauguin volgende tekst die tot nadenken stemt:
Où allons nous?
Que sommes nous?
D’où venons nous ?
Na het bezoek aan het museum ontdekken we grotten wat
verderop langs de weg. Het regent nog steeds hard, zelfs in de grotten
druppelt het water van het plafond. In de grootste, half open grot, is er
een meertje. Vicky wil zich afkoelen en duikt erin, gevolgd door Jonathan.
Aan de ingang van de grot staan er prachtige bloemen.
Met onze auto proberen we vervolgens van de zee naar
het binnenland te rijden, dichter naar de hoge vulkaantoppen toe, maar na
een honderdtal meter eindigt het asfalt, en na vijftig meter op een weg vol
putten tussen de bananenbomen te hebben gereden, stroomt een riviertje over
de weg. Zonder een 4X4 is het niet te doen.
Terug in Papeete, na de auto te hebben afgegeven,
wandelen we nog door het stadscentrum.
Onze magen grollen. Er is een restaurantje dat zijn
eigen bier brouwt. Ze hebben, zoals in de Elzas, overheerlijke dunne
pizza’s, flammenquiches genaamd. We smullen ervan.
Nadien bezoeken we de kleurrijke, overdekte markt en
doen onze inkopen.
Om 17uur rijden we met de laatste “bus” (op zijn Engels
uitspreken) terug naar Flotahia. We zijn nog maar net aangekomen of de
hemelsluizen worden weer wagenwijd geopend, tot groot jolijt van Jonathan en
Vicky. In hun zwembroeken spelen ze in het zwembad en glijden ze door de
plassen in de tuin. De regen kan hen niet deren…
vorige
volgende
|