18 januari
2007 Wellington, de hoofdstad van Nieuw-Zeeland
Die ochtend nemen we afscheid van de originele familie
King en hun organische boerderij. Ongelofelijk maar waar, onze tent is voor
de eerste keer superdroog vanmorgen (de nacht was bewolkt).
Op een tien kilometer voor Nelson rijden we naar het
schiereiland waar de Kings hun eerste landgoed verkopen (zie beschrijving in
verslag van gisteren). Wat een droomplek. Pure natuur en toch niet te ver
van een stadje.
Via de mooie Marlborough Sounds (ook fjorden, maar veel
minder imposant dan Fjordland in het zuiden) bereiken we op de middag Picton.
We moeten nog meer dan een uur wachten alvorens we mogen inschepen.
De overtocht naar het Noordeiland verloopt onder een
stralende zon en bij een rustige zee.
Wellington, de hoofdstad van Nieuw Zeeland, ligt aan
zee omgeven door vele heuvels en baaien. Wat opvalt, is dat het hier veel
voller is gebouwd dan op het Zuideiland.
We lezen in onze gids dat het, door velen aanbevolen,
Te Papa museum op donderdag tot 21 uur open is. Dat geeft ons nog een
tweetal uur. Het museum over Nieuw Zeeland vertelt over de geschiedenis en
de cultuur van het eiland. Het is gebouwd in 1998 en is een pareltje van
architectuur (aardbeving bestendig). Op elke verdieping zijn er
interactieve ontdekkingscentra voor groot en klein. We verkennen al een
deel, de rest is voor morgen.
Rond 21 uur rijden we naar de Top 10 camping te Lower
Hut, het dichtst bij het stadscentrum. We zetten onze tent op naast een
Oostenrijks koppel dat twee weken heeft doorgebracht op het Noordeiland en
alleen maar regen heeft gehad (na twee regenachtige weken in Sydney). De
vrouw is een depressie nabij. Dan hebben wij toch flink wat geluk gehad op
het Zuideiland. En hopelijk valt het weer bij ons wat beter mee op het
Noordeiland. De vooruitzichten zijn in elk geval goed.
vorige
volgende
|