14 januari
2007 Walvissen en albatrossen
Herinneren jullie jullie nog dat we in Zuid-Afrika
gepoogd hebben om walvissen te zien ? Het was in St. Lucia. Die nacht
regende het pijpenstelen en werden de walvistochten afgelast. Deze keer
hebben we meer gelukt. Toch al wat het weer betreft. Er is geen mist; het is
licht bewolkt met zon.
We zorgen dat we iets voor negen in het walviscentrum
zijn en wachten geduldig af of er mensen zijn die niet komen opdagen. En ja
hoor, we krijgen te horen dat we meekunnen met de boot van 9u30. Ze
waarschuwen ons echter: de zee is wild, en de kans op zeeziekte is groot. We
nemen dus allemaal een pilletje tegen zeeziekte, en Jonathan en Vicky dragen
aan elke arm een polsbandje met drukpunten (gehuurd voor een klein bedrag;
ze werken zoals acupunctuur).
In 1994 was het een open, rubberen boot met 12 plaatsen
die ons op zee voerde op zoek naar walvissen. Nu, in 2007, nemen we plaats
in een grote catamaran met wel plaats voor 40 mensen, uitgerust met luxueuze
fauteuils achter hoog glas. Op een groot plasmascherm krijgen we te zien hoe
hier de tektonische platen hebben gezorgd voor diepe ravijnen in de oceaan
en hoe warme en koude golfstromen zorgen voor een overdaad aan voedsel voor
het leven in zee. Het scherm geeft ook aan hoe snel we varen (35 knopen),
hoe diep het er is en hoe ver we van de kust af zijn.
Met peilapparatuur wordt er gespeurd naar walvissen en
we varen naar de plek waar ze verwachten dat er minstens één gaat opduiken.
We krijgen eerst nog springende dolfijnen te zien en wat later zien we een
grote albatros dobberen op het water. Een goed teken, zegt onze gids, want
albatrossen zijn vaak in de buurt waar walvissen opduiken. Vaak hebben de
opduikende walvissen nog visresten bij, een gemakkelijke lekkernij voor de
vogels.
Voorlopig zijn er nog geen zieken aan boord. Vicky
voelt zich wel niet te best, ondanks alle voorzorgsmaatregelen.
En dan duikt de eerste “sperm whale” niet ver van ons
op. We zien eerst het opspuitende water uit zijn spuitgat. Dan zien we een
stuk van zijn rug boven water komen. Vanop het open bovendek kunnen we dit
gigantische schepsel bewonderen. Het meest spectaculaire volgt dan, namelijk
het moment waarop de walvis terug de diepte induikt en zijn staart even
boven water komt. We krijgen dit schouwspel wel drie maal te zien, want er
zijn nog twee andere walvissen vlakbij komen opduiken. Echt de moeite!
Op de terugweg moeten er flink wat mensen overgeven
door de hoge deining. Vicky houdt zich kranig. De gids praat aan één stuk
door om iedereen wat af te leiden. Intussen toont hij ons een hoop
documentatiemateriaal en ook films over walvissen. Zo dacht men eerst dat de
2,5 ton vloeistof in het voorhoofd van de “sperm whale” sperma was (vandaar
de naam). Mis natuurlijk; het is olie. Men denkt dat die dient om het duiken
(afkoelen van de olie aan het oppervlakte) en het opstijgen (opwarmen van de
olie, olie drijft) te vergemakkelijken.
De uitstap was zijn geld zeker waard. Nogmaals bedankt
meter Yvona voor dit geschenk voor de kinderen.
Terug aan land eten we nog BBQ vis en mosselen in een
klein stalletje aan zee vlakbij een plek waar zeeleeuwen liggen te niksen op
de rotsen. Dan is het tijd om naar het Noorden te rijden.
We rijden tot aan Picton waar we onze boot naar net
Noordeiland vastleggen. Intussen is het weer zwaar bewolkt, dus besluiten we
onze tocht voort te zetten op zoek naar wat zon. Het is pas in de baai bij
Nelson dat die er doorkomt. Iets voorbij Nelson is een mooi verzorgde DOC
camping langs het water. Er is een reuze speeltuin met een grote “dead ride”
tussen de bomen. Hier logeerden we ook in 1994. Ook nu weer staan er enkele
tot mobilhome omgevormde bussen. Sommige zijn supermodern, andere zijn tof
antiek. Xenia droomt van een volgende grote reis met een mobilhome van
Alaska tot vuurland…
vorige
volgende
|