07 januari
2007 Grandioos Fjordland en Milford Sound
Het is een koude nacht geweest. Ik voel me verkouden.
Jammer, want anders had ik zeker een plons gewaagd in het meer. Op ons
gasvuurtje maken we ons een “chakchuka” klaar (= hebreeuws voor een omelet
met heel veel groenten). We eten ons ontbijt op het kiezelstrand terwijl
langzaam de nevels en wolken rond de bergen wegbranden door de zon. We
beslissen onze tent aan het meer te laten staan. Van waar we nu zijn, is het
een honderdtal kilometer naar Milford Sound. We moeten dan terugkeren langs
dezelfde weg, gezien de weg in Milford Sound doodloopt.
De weg naar Nieuw-Zeeland’s bekendste sound (fjord) is
één van de mooiste die we ooit hebben gedaan. We stoppen onderweg voor
grootse watervallen, uitgesleten gletsjervalleien vol met bloemen, meren die
witte bergtoppen weerspiegelen en die liggen temidden van uitgestrekte
bossen.
We bevoorraden ons onderweg in een klein winkeltje
beheerd door een sympathieke vrouw. In plaats van water te kopen, laat ze
ons toe onze drinkbussen te vullen met haar heerlijk fris en gezond
kraantjeswater uit haar keuken – let wel niet op de rommel, voegt ze er nog
aan toe. Zoiets kan in NZ, echt tof!
Aangekomen te Milford Sound boeken we een tocht van 2 ½
uur. We hebben nog net de tijd om in het zonnetje onze boterhammen te
verorberen.
Wanneer we aan boord gaan, het is dan al bijna vier uur
in de namiddag, verschijnen er echter meer en meer wolken en steekt er een
felle wind op. De kapitein van onze boot is een uitstekende gids en
(grappige) verteller. Hij loost zijn boot tot vlak tegen de berghellingen en
leert ons meer over de rotsformaties. Hij geeft ons ook de kans om meer dan
eens een verse douche te nemen onder de vele watervallen die hier van de
bergvlakken de fjorden induiken. Van één van de watervallen vangen de
matrozen het water voor ons op in glazen. We drinken zo van het heerlijk
fris bergwater.
Wanneer de boot het uiteinde van de fjord in zee
nadert, toont de kapitein ons de plek waar twee tektonische platen elkaar
raken die voor het ontstaan van de fjorden en de bergketens op het
Zuidereiland verantwoordelijk zijn.
Wanneer we draaien op zee, verschijnen er een hoop
Dusky dolfijnen die voor de boeg van de boot een spel van kat en muis
spelen. Zoiets heeft de kapitein in de zes jaar dat hij hier vaart, nog
nooit meegemaakt. In tegenstelling met de Bottlenose dolfijnen zijn deze
normaal eerder aan de schuchtere kant. En ons geluk kan niet op. Even verder
zien we op een rots een aantal zeehonden liggen. Op zich helemaal niet
ongebruikelijk, ware het niet dat er een kleintje bijligt in deze
mannenkolonie. Terwijl wij warme soep eten, spelen onze kinderen tikkertje
met een NZ-jongen op de boot. De tijd vliegt en voor we het beseffen meren
we aan bij ons beginpunt.
Er is een toffe pub waar we warm eten alvorens we door
Fjordenland terugrijden naar ons meer en ons tentje. We trekken een foto van
de kinderen bij het bord dat aangeeft waar de 45° Zuid breedtegraad loopt
(om thuis te voegen bij de foto die we van ons 12 jaar terug hier namen).
De hemel lijkt wel door een aquarelschilder geschilderd
te zijn. Ons vlakke meer van vanmorgen is omgetoverd tot een woeste zee. De
tent buigt door de stevige wind. Geen kampvuur vanavond, wel zo snel
mogelijk in onze warme slaapzakken en duimen dat de regen uitblijft.
vorige
volgende
|