02 januari
2007 Kajakken en zalm eten
Het Zuidereiland is qua natuurnacht moeilijk te
evenaren. Dat zullen de foto’s bij onze verslagen en apart onder de website
rubriek “beelden” vermoedelijk wel voor iedereen duidelijk maken. Toch is er
ook hier een keerzijde voor de argeloze toerist. De keerzijde kan in één
woord worden samengevat, namelijk “sandflies” oftewel “zandvliegen”.
Niet veel groter dan onze Belgische ééndagsvliegjes
zwermen deze kleine zwarte vliegen in grote getallen rond op de Westkust van
het Zuidereiland. Ze zoemen niet, maar wat ze wel doen, is je venijnig
bijten. Even later verschijnt er dan een rood bultje op je huid dat
verschrikkelijk begint te jeuken. Wat je ertegen kan doen? Lange mouwen,
lange broeken en kousen dragen en je insmeren met antivliegen vloeistof. De
vliegjes zijn ’s morgens vroeg en bij valavond het meest actief, hoewel we
er ook heel vaak overdag last van hebben (we = Eddy en Xenia, de kinderen
hebben er gelukkig veel minder last van). Om je een idee te geven, Xenia en
ik telden alleen op onze benen en voeten (tja, dat heb je met sandalen)
samen een veertigtal beten. Het is ook een heel karwei om ze buiten de
binnentent te houden. Nu is het voor ons wel heel duidelijk geworden waar
het gezegde “sleep tight, see that the flies don’t bite” vandaan komt.
Deze morgen hebben we ons in elk geval extra goed
ingesmeerd, want we gaan met kajakken de monding van de rivier op en dan via
kanaaltjes de bossen in. We hebben geluk want de dag begint zo goed als
wolkeloos. Xenia deelt een kajak met Jonathan, en ik met Vicky. De vloed
maakt het voor ons gemakkelijk om de rivier op te varen en iets later enkele
smallere zijgeulen te verkennen. Het is zalig door het water te glijden met
de groene bossen en de witte bergen als achtergrond. Dit is hier ook een
vogelparadijs, maar dat valt voor ons toch wel wat tegen. Blijkbaar zijn er
bij laag tij meer vogels te zien die zich dan tegoed doen aan de pieren op
het vrijgekomen zand. We kajakken twee uur, wat voor mijn rug ruimschoots
genoeg is. Voor de kinderen had het gerust nog langer mogen duren.
Het is met hartzeer dat we deze wondermooie plek (Okarito)
achter ons laten, maar er is nog zo veel in NZ te verkennen dat we verder
moeten. De kustweg zorgt voor mooie vergezichten op zowel oceaan, bergen als
wouden. Er staan ook veel bloemen (gele, rode, paarse, witte) in bloei die
nog bijdragen tot de kleurenpracht.
We houden even halt voor een zalmkwekerij. Sinds we
hier in NZ zijn, eten wij, of beter gezegd onze kinderen, regelmatig
gerookte zalm. Gezien we vaak zelf koken en goedkoop overnachten kan dat er,
vinden we, wel vanaf. We hebben geluk, want het is net de tijd dat de zalmen
gevoederd wordt. Het blijft toch wel een beetje zielig om te zien hoe de
vissen hier in grote bakken in rondjes moeten zwemmen. Jonathan ziet het
nochtans wel zitten om in België een zalmkwekerij op te starten.
Wat later rijden we opnieuw langs de kust. Bij één van
onze vele stops om van het uitzicht te genieten, zien we in de verte een
hoop dolfijnen in het water spelen. Jammer genoeg zijn we nog te ver af. Het
is in Haast Beach dat we onze volgende camping vinden. Ook deze camping ligt
aan de monding van een rivier. Er is hier een toffe trampoline en een zeer
verzorgde, erg ruime zithoek en open keuken. Een ideale plek om een dagje
langer te blijven en les te geven (Jonathan wil tegenwoordig alleen les
krijgen aan een tafel met stoel…).
vorige
volgende
|