17 december 2006 Uluru en
Alice Springs
Veel heeft het uiteindelijk niet geregend vannacht en
de echte zandstorm bleef uit. Onze tent heeft wel vele plekjes van de
regendruppels vol met zand. Gezien het nu droog is, trekken we er opnieuw op
uit naar Uluru. Deze keer gaan we aan de voet ervan wandelen.
Uluru beklimmen doen we niet. De tocht naar boven is
voor de Aboriginals heilig en mag slechts door enkele ingewijden worden
gemaakt. De aboriginals vragen dan ook expliciet de berg niet te beklimmen.
Toch zijn er toeristen die het niet kunnen nalaten en de steile rotswand
beklimmen. Echt zielig…
Wij doen de wandeling langs de voet van de heilige
rots. De temperatuur is dragelijker dan de dag ervoor want de hemel is
bedekt. We zien de grotten waar de mannen, de vrouwen en de kinderen vroeger
overnachtten. De mannengrot is in de vorm van een reusachtige surfgolf.
Vanuit de grot hadden de mannen een goed zicht op de omgeving. De
vrouwengrot ligt meer beschut en mag niet gefotografeerd worden. Even verder
komen we aan een klein meertje waar bij regen een waterval zich omlaag
stort. Het is een zalige, rustgevende plek in het groen. Hier eindigt de
tocht, tenzij je de 9 km tocht rond de rots wilt doen. Wij moeten echter
vandaag terug naar Alice Springs.
We houden onderweg halt voor lunch met zicht op een
grote tafelberg. Het is een pak frisser hier, je kan bijna een pull
verdragen. Even stoppen we nog voor een aboriginal langs de weg. Hij staat
vlakbij wat je nauwelijks een auto kan noemen en brabbelt wat over benzine
en geld. We rijden maar snel verder (achteraf horen we dat je eigenlijk best
niet stopt want gevaarlijk).
Enkele uren later, wanneer we Alice Springs
binnenrijden, is de zon terug van de partij. We vinden een mooie camping aan
de rand van de stad. Naast een fris zwembad is er nog een onverwachte,
prettige bezigheid op de camping. Ze hebben namelijk een plek waar je rock
wallabees kan voederen! Gewapend met de juiste voeding, gekocht bij de
receptie, voeren onze kinderen (en ik ook) deze schattige beestjes. Ze eten
zelfs uit onze handen en huppelen dan weg van rots tot rots.
Na deze aangename activiteit rijden we de stad in. In
een winkelstraat eten we een lekkere (niet echt goedkope) pizza. Wat ons
verbaast, is het hoge aantal politie -en veiligheidswagens dat door de
straat rijdt. De restaurantuitbater vertelt ons dat het vandalisme spijtig
genoeg hoog is. Hij zegt niet door wie, maar we zien wel een hoop, niet erg
verzorgde, aboriginals wat rondhangen. Het is duidelijk dat ze het niet
gemakkelijk hebben. We maken de vergelijking met de Indianen in de Verenigde
Staten.
Om de dag af te ronden gaan we een dessertje eten en
een pintje drinken in een lokale kroeg. Het is een grappig café waarvan we
het concept misschien zelf eens in België gaan invoeren, vandaar dat we er
hier niet teveel over gaan verklappen. We hebben ons hier in elk geval reuze
geamuseerd.
vorige
volgende
|