08 december
2006 Komodovaranen
De zonsopgang tussen de eilandjes is mooi, maar
evenaart niet diegene die we hier in 1994 hebben gezien. Toch blijft het
echt genieten van de tocht tussen de vele eilandjes, liggend op ons
privé-strandje op het bovendek.
Vandaag staat het hoogtepunt van de tocht op het
programma, namelijk het bezoek aan het Komodo Dragon National Park. We
hebben geluk, want onder één van de hutjes van de rangers bij de ingang van
het park ligt al een reuzen varaan te slapen. Iets verder loopt een wijfje
varaan voorbij terwijl haar lange tong in en uit haar bek gaat. De rangers
tonen ons ook een vliegende salamander. Dan nemen ze ons mee naar een hoog
gelegen uitkijkpunt. Het zicht op de baai en onze boot aan de aanlegsteiger
is de moeite. Op de wandeling zelf krijgen we nog 2 varanen te zien. Bij het
verlaten van het eiland proberen de souvenirverkopers ons nogal allerhande
snuisterijen aan te praten, van parelsnoeren, over uitgesneden houten
varanen en knappe maskers. Er zijn meer verkopers dan toeristen…
Onze volgende stop dient om af te koelen (wat wel nodig
is, gezien het om acht uur in de ochtend al boven de 30 °C in de schaduw
is). We krijgen zeer mooi en gevarieerd koraal te zien. Hier ligt een boot
met toeristen die wel een 5-daagse tocht van Gili naar Flores maken. Hun
tocht is minder duur dan de onze, maar ze zijn niet te spreken over het eten
(altijd rijst of noedels), de veiligheid aan boord (2 zwemvesten voor 16
man), geen douches, en veel te klein. Zo te horen, zijn wij met Perama
duidelijk veel beter af.
Het is kort na de middag wanneer we op Labuan Bajo te
Flores aankomen. Een ex-Perama man geeft ons een lift naar een
reisbureautje.
Gezien wat we te horen krijgen over Dili en om er te
geraken niet erg positief is en de boottocht zo goed meeviel, kiezen we er
uiteindelijk voor om terug te varen naar Lombok en vervolgens naar Bali.
Vanuit Denpasar (Bali) kunnen we rechtstreeks vliegen op Darwin. Het ticket
Dili-Darwin is dan verloren. Wat een dure grap…
Niet getreurd. Samen met Wally, Tania en Naud die we op
straat tegenkomen, rijden we in de wagen naar een prachtig gelegen cafeetje
op de top van de berg. Het heet niet voor niets Paradise Bar. We zijn zonder
kinderen, want die zijn aan boord gebleven om samen met de bemanning naar
DVD’s te kijken.
Grappig genoeg beslist iedereen, op Naud na (hij wil
hier één dag duiken), met dezelfde boot terug te keren. Het afscheidsfeest
en vertrekfeest wordt dus een weerzien met oude bekenden. De enige twee
nieuwelingen zijn Belgen van Leuven (Barbara en Aron). De gitaren en het
drumstel worden boven gehaald, en er wordt opnieuw plezier gemaakt. Vicky en
Jonathan stelen de show door als enige buitenlanders voor muziek en dans te
zorgen.
vorige
volgende
|