Verslagen

Azië  -  Tibet


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Antarctica

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

 

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

07 oktober 2006 Na 48 uur treinen, welkom te Lhasa!

Net zoals in Afrika reageert Vicky haar lichaam wat later dan dat van Jonathan.

In het holst van de nacht wordt ze wakker en voor ik een emmer kan bovenhalen, geeft ze het eten van de vorige dag over in mijn handen – Vicky slaapt op het hoogste bed en ik in het middelste. We verhuizen haar naar het laagste bed, waar ze die nacht nog 1 keer overgeeft. ’s Morgens klaagt ze over hoofdpijn. Wanneer de Chinese buren in onze wagon het te weten komen, komen ze met zijn allen ons compartiment binnen. Wat zijn ze behulpzaam en vriendelijk, de Chinezen. We krijgen tientalle medicijnen aangeboden, tot de doktor van de trein langskomt. Hij controleert Vicky’s zuurstofgehalte en beslist dat het toch beter is haar extra zuurstof te geven; het zal haar tegen haar hoofdpijn helpen. Elk bed heeft achter zich een zuurstoftoevoer. Vicky krijgt slangetjes die ze in haar neus kan steken. Ze is zeker niet de enige in de trein, want op weg naar de restaurantwagon zie ik nog een hoop Chinezen aan de zuurstof hangen. Jonathan is intussen kerngezond. Xenia en ik hebben wel wat last van kortademigheid. De hele treinrit vandaag gaan we niet onder de 3500 meter.

Die ochtend is er in een kleiner station nog een Nederlander van Koreaanse afkomst, Hyo genaamd, op onze trein opgestapt. Hij heeft zich voor deze treinrit als Chinees voorgedaan om zo de kost van een Tibetaanse Permit te ontwijken. Samen met Clare, Shaun, Connie en Hyo brengen Jonathan en ik de tijd al kaartend (kleurenwiezen) door in de restaurantwagon. Af en toe moeten de speelkaarten echter wijken voor de fototoestellen, die worden boven gehaald om het magnifieke landschap te fotograferen.

We rijden langs bevroren rivieren en besneeuwde bergtoppen die glinsteren in het zonlicht. We zien kudden grazende yaks en zelfs springbokken. De machtige Yangtze rivier vindt hier zijn oorsprong en zorgt voor heel wat drinkwater voor China. We rijden geruisloos langs een gigantisch meer – het hoogst gelegen meer volgens de Chinezen (wij dachten dat dit het Titicaca meer in Peru was). Langs de sporen zijn Chinese arbeiders een omheining rond de sporen aan het aanbrengen. Warm aangekleed wuiven ze ons breed lachend toe. En dat op bijna 5000 meter! Vanuit de trein zien tevens de eerste Tibetaanse pelgrims die zich op de grond werpen, zich uitstrekken, dan weer rechtstaan, enkele stappen zetten, en zich dan weer op de grond werpen... Ongelofelijk tot wat geloof in staat is.

Vicky is nog slapjes wanneer we via een brug en tunnel het ultramoderne treinstation van Lhasa binnenrijden. Samen met onze Japanse vrienden delen we een open pick-up die ons naar het centrum van Lhasa voert. Het hotelletje waar de Japanners gaan slapen, ligt vlakbij de Jokhangtempel, de heiligste aller tempels. Jammer genoeg ligt de kamer waar wij zouden kunnen slapen op de derde verdieping en de gemeenschappelijke douches zijn op het gelijkvloers te bereiken via een open koer. Niets voor een zieke Vicky.

Met Jonathan ga ik dus op zoek naar een betere slaapplaats. Het Yakhotel is te duur en de goedkopere gemeenschappelijk slaapzalen en sanitair zijn niet echt proper. We nemen voor de eerste keer, tot groot jolijt van Jonathan, een fietsriksha. Ik hoop dat die ons naar de jeugdherberg kan brengen waarvan we het adres en een Chinees plannetje hebben. Eenvoudig te vinden is het niet en onze fietsende riksha moet regelmatig uitleg vragen. We zijn opgelucht wanneer we er toekomen – we zijn al een tijd onderweg en Xenia wacht nog steeds met Vicky.

Het Phuntsok Khasang International Youth Hostel (http://spaces.msn.com/tibet-hotel) blijkt een voltreffer. De kamer die we aangeboden krijgen, heeft een eigen kleine, propere badkamer. Ze bevindt zich aan de achterkant van het gebouw, ver weg van de straat, en geeft uit op een mooi, groen park.

Onze fietsende rikshaman staat nog op ons te wachten – hij spreekt geen woord Engels, maar gezien hij nog geen geld van mij heeft gekregen, moet ie wel wachten. Ik maan hem aan in grote vaart terug te rijden naar de plek waar Xenia en Vicky aan het wachten zijn. Ik charter nog twee andere fietsriksha’s voor ons vieren en al onze bagage en dan begint een ware snelheidskoers. Wij willen Vicky zo snel mogelijk in een bed krijgen. Met luid gebel en ware doodsverachting storten de fietsriksha’s, met ons aan boord, zich in het verkeer en breken alle snelheidsrecords.  Jonathan geniet van de rit, Vicky zit er maar slapjes bij. Onze fietsers krijgen bij aankomst een flinke fooi (vooral de eerste die al flink met ons gereden heeft).

De jeugdherberg heeft een prachtige binnenkoer en van op het dak heb je een adembenemend uitzicht op het Pothala paleis en de omliggende bergen. En zeggen dat wij hier de enige buitenlanders zijn! De gasten zijn Chinezen en Tibetaanse pelgrims. Achteraf hoor ik dat de jeugdherberg nog maar sinds mei open is. 

Van een Chinese toeriste kom ik te weten dat je aan de overkant lekker kan eten. Jonathan en ik gaan er eerst heen, terwijl Xenia met Vicky op de kamer blijft. Even later lost Jonathan Xenia af, en eten Xenia en ik samen. Wanneer we terug op de kamer komen, slapen beide kindjes al. Na een warme douche te hebben genomen, kruipen wij ook onder onze fris riekende dekens, in een bed met een stevige, dikke matras. Welkom te Lhasa!

 

vorige                                                                                                                          volgende