04 oktober
2006 Drie Maanden Onderweg: korte reflectie
We kunnen het nauwelijks geloven dat we vandaag
eigenlijk al drie maanden onderweg zijn (de korte tussenstop in België niet
meegerekend). Op 4 juli vlogen we naar Kaapstad en begon ons Afrikaans
avontuur.
De heimwee die bij onze kinderen vaak de kop opstak na
twee weken vakantie tijdens onze voorbije kortere reizen, bleef uit. Wanneer
klasgenootjes van Jonathan en Vicky schreven dat ze blij waren dat de school
terug begon, omdat ze zich verveelden, en onze kinderen vroegen of zij zich
niet verveelden, beantwoordden zij beiden die vraag met een categorieke
“neen”. Er gebeurt elke dag wel iets nieuws, tijd om zich te vervelen is er
niet.
Onze wereldreis startte met de luxe om met eigen wagen
– met dank aan Toyota – het zuidelijk Afrikaanse continent te ontdekken. We
genoten van de prachtige natuur, de vele wilde dieren en het kamperen. In
Kenya en Tanzania stapten we dan over naar het meer echte trekken, hoewel we
nog gebruik maakten van georganiseerde uitstappen in natuurparken met een
auto met chauffeur en kok.
We krijgen regelmatig mail van trouwe lezers en fans
van België. Dat doet ons veel plezier. Sommigen verbazen zich in deze mails
over het hoge tempo van ons reizen. We komen inderdaad mensen tegen die soms
wel een jaar of meer in één continent of land doorbrengen. Daarentegen,
ontmoeten we ook trekkers die minstens even snel of soms nog sneller dan wij
de wereldbol rondrazen. Wij hebben bewust gekozen om van een hoop landen
enkele hoogtepunten te proeven om zo landen, bevolking, natuur en gewoonten
te kunnen vergelijken – we weten het, gezien het korte tijdbestek is de
vergelijking zeker verre van representatief. Het gaat dan ook om impressies.
Deze keuze heeft natuurlijk te maken met onze persoonlijkheden. Zowel Xenia
als ikzelf zijn wat je zou kunnen noemen “ontdekkers” of “verkenners” die
ervan houden om nieuwe dingen te zien en uit te proberen. We stellen vast
dat ook Jonathan hiervan wat in zijn bloed heeft. Hij vroeg zich wel al eens
af wat het gaat zijn wanneer we terug thuis zijn en weken lang terug in
hetzelfde bed, in dezelfde straat enzovoort gaan blijven. Ook Vicky horen we
niet klagen. Toch zijn ze beiden blij wanneer we eens enkele dagen ter
plaatse blijven en dat we geen bezoeken of uitstapjes plannen. Zo kunnen ze
tekenen – bij Jonathan is dat luchthavens en vliegtuigen, steden of legers -
, een filmpje bekijken, op het internet spelen, kaarten – ze hebben wiesen
en kleurwiesen al prima onder de knie.
Wanneer ik dit schrijf, zitten we al in Lhasa, Tibet,
waar we beslist hebben een week te blijven. Bedoeling is ook om te proberen
wat meer tijd voor les in te bouwen (elke dag toch minstens een drietal
uren). We hebben vastgesteld dat er toch flink wat leerstof is en we willen
proberen alles met hen te overlopen. Vanzelfsprekend beseffen we maar al te
goed dat onze kinderen een hoop dingen leren die ze niet op school zien en
die bijdragen tot hun algemene ontwikkeling. Ze krijgen al zoveel nieuwe
indrukken te verwerken, dat er ook genoeg tijd moet zijn voor spel en
“niksen”.
Gisteren hebben we trouwens (in Lhasa) samen de foto
syntheses van de bezochte landen bekeken. Het was erg plezant om nog eens
stil te staan bij alle belevenissen van de voorbije drie maanden.
Wat China betreft, is dit land ons enorm goed
meegevallen. Ik vind de Chinezen veel opener en vriendelijker tegen
buitenlanders dan toen ik hier het eerst kwam, in 1989. Toen werden
buitenlanders – ze noemden ons nog “big noses” – straal genegeerd of vanuit
de hoogte bekeken. Het huidige regime heeft er duidelijk voor gezorgd dat
zeker de jongere generatie veel opener staat ten opzichte van buitenlanders
en het buitenland in het algemeen. Gezien de Olympische Spelen 2008 in
Beijing, is die gedragsverandering ook logisch en wenselijk. Het maakt het
voor toeristen zoals wij in elk geval veel aangenamer. Verder blijft reizen
in China nog altijd veilig. Je moet je, in tegenstelling met Afrika, geen
zorgen maken over agressie of zelfs niet echt over diefstal. Het is dus in
dat opzicht veel ontspanner reizen dan in Afrika.
Vicky had zich China wel veel anders voorgesteld, met
veel meer fietsen. Je ziet dan ook veel meer auto’s en bromfietsen dan pak
10 jaar geleden. De fietsen die je ziet, zijn vaak uitgerust met batterijen
zodat ze, zonder trappen, geruisloos tegen een relatief hoge snelheid door
het verkeer flitsen. Een kruispunt veilig oversteken in China blijft dus nog
altijd een heel avontuur.
Wat de reis voor ons en hopelijk ook voor de lezer van
onze verslagen nog interessanter maakt, is de samenwerking met het WWF. De
lokale WWF mensen die we ontmoeten, blijken stuk voor stuk erg vriendelijk.
Ze staan ons steeds uitgebreid te woord en lichten de WWF projecten grondig
toe. We zijn getroffen door hun inzet en de goede resultaten die ze behalen.
We kijken uit naar onze volgende ontmoetingen.
Intussen zijn we aanbeland in het Himalaya gebergte. De
zon, die ons even in de steek liet te Xian en Chengdu, is gelukkig terug van
de partij. Ze zorgt ervoor dat we op 3600 meter overdag toch de 20° halen en
met zonlicht is het nog meer genieten van de overweldigende natuur. Maar nu
moet je maar terug naar de dagelijkse verslagen gaan om te kijken hoe we in
Lhasa zijn aanbeland….
vorige
volgende
|