01 oktober
2006 Te paard naar 4200 meter!
We worden wakker terwijl buiten de regen klettert. Van
de bergen is weinig of niets te zien. We krijgen rijst, brood en warme
groenten als ontbijt voorgeschoteld. Het is al bijna 10 uur wanneer de regen
afneemt en Kazan ons teken geeft dat het tijd is om te vertrekken. Wanneer
we onze bagage willen inpakken, maakt hij ons duidelijk dat we hier vannacht
opnieuw slapen. Gezien het weer is dit een veel beter vooruitzicht dan een
tent.
De paarden zijn nu veel minder geladen, wat het rijden
veel aangenamer en minder gevaarlijk maakt. Ik hou de hoogtemeter van mijn
horloge – verjaardagscadeau van mijn schoonbroer en schoonzus – goed in het
oog om onze stijging op de voet te volgen. Alle eerlijkheid gebiedt mij te
zeggen dat ik het eerste, vlakke gedeelte te voet doe, want mijn billen doen
zeer. Dan begint echter een steile klim. Het klaart op en we zien de
besneeuwde bergtoppen.
Het is ongelofelijk om te zien hoe flink Jonathan,
Vicky (en Xenia) het doen op hun paarden. Jonathan, die bij het begin van
deze rit klaagde omdat het koud en nat was, is in zijn nopjes. Als hij had
geweten dat paardrijden zo plezant was… Kunnen we geen paard kopen thuis,
vraagt hij? We stoppen bij enkele hutjes op 3800 meter. We doen onze jassen
en handschoenen aan, want het wordt flink koud. Dan wordt het menens. Het
gaat heel steil omhoog. Voor Xenia met hoogtevrees is dit geen lachtertje.
We overschrijden de 4000 meter en het begint zowaar te sneeuwen. Op 4200
meter bevinden we ons aan de monding van de gletsjer van Ice Mountain.
Jammer genoeg belet de sneeuw ons het zicht op de gletsjer. We vinden het
wel een ongelofelijke overwinning om elk op zijn paard zo hoog te zijn
geklommen.
Het is er te koud om er te lunchen, dus dalen we terug
naar 3800 meter om er bij een klein waterzonnetje druiven en brood tussen de
yaks te eten. Bij de afdaling naar het dorpje in de vallei komen we de
Chinese invasie van toeristen tegen. Te voet en te paard - met afzonderlijke
paarden voor de bagage! – trekken ze naar de top.
Kazan heeft ons op 3800 meter met zijn makker
achtergelaten voor onze tocht naar de top om zelf terug naar het huis te
keren en ons avondmaal klaar te maken. Hij heeft allerlei groenten gekookt
en we komen niets tekort. Onze kinderen verbroederen er met de twee
Tibetaanse jongens en spelen buiten. Binnen is het warm bij het vuur –
gestookt met hout (de biogas-stoven waarover WWF sprak zijn nog niet tot
hier geraakt). Voor de geďnteresseerden, het toilet is buiten en bestaat uit
een aantal planken met een gat ertussen waar je goed moet mikken om je
behoefte te doen. Om naar het moestuintje te gaan, moet je via het toilet.
De woonruimte bevindt zich op de eerste verdieping, die je via een trap
boven de varkenstal bereikt.
Onze spieren zijn schram – en mijn poep doet nog altijd
zeer – en de tocht, de buitenlucht en de hoogte zorgen ervoor dat we goed
slapen in de harde Tibetaanse bedden.
vorige
volgende
|