20 september
2006 Beklimming van de Grote Muur
Om zes uur zijn we uit de veren, want we moeten klaar
zijn om kwart voor zeven. Jonathan en Vicky zijn iets moeilijker wakker te
krijgen. Het is echter al ruim na zevenen wanneer onze reisbegeleider en
buschauffeur komen opdagen. Al snel blijkt dat er iets mis is met het aantal
ingeschrevenen – meer dan voorzien. Na wat heen en weer gepraat, vertrekt
het busje. We moeten nog andere toeristen oppikken en er wordt een tweede
busje bijgehaald. Wat een rit zou moeten zijn van drie uur, wordt een tocht
van 5 uur. Het is al na twaalven wanneer we de Muur voor het eerst zien
verschijnen, als een draad slingerend over het gebergte. De Muur is het
enige, door de mens gemaakte, object vanuit de ruimte te zien (naast de
verlichting van de Belgische autostrades ’s nachts). Het is half één ’s
middags wanneer we aan de voet van de Muur aankomen. Wanneer de begeleider
zegt dat we om 16 uur moeten terugzijn, vraag ik extra tijd. De tocht van 10
kilometer over de muur van Jinshanling tot Simatai kan voor goede stappers
in een drietal uur worden afgelegd. Het is ondertussen wel op de middag en
de 30 C° is niet ver meer af.
Alvorens aan onze wandeling te beginnen, kopen en eten
we nog enkele bananen. Afdingen is hier wel de boodschap; de prijs ligt 5x
hoger dan in Peking. Water denken we voldoende te hebben. Op de weg die naar
de Muur leidt sluiten een hele hoop lokale Chinezen zich bij ons, toeristen
aan. Ze hebben allemaal een draagtas, wellicht vol souvenirs en lekkers dat
ze ons hopen te verkopen. Onze begeleider van het busje heeft ons verteld
dat we een shortcut te voet of met een zetellift kunnen nemen. Maar daar
doen we niet aan mee.
We betreden de Muur op een lager gedeelte via een
toren. Een man die me al een tijdje vergezelt, vertaalt enkele Chinese
tekens op de Muur en geeft wat uitleg over de geschiedenis van de muur.
Hijzelf woont enkele kilometers hiervandaan in wat vroeger Mongolië was. Hij
wijst ons de Mongoolse vuurtorens aan. Hij wijst me ook op het systeem om
het regenwater dat op de muur valt, langs Chinese kant te laten wegvloeien.
Intussen is Jonathan begonnen aan een wedstrijd tegen de ongeveer 40 andere
toeristen van de twee busjes, in zijn kielzog gevolgd door Vicky. De Muur is
soms zeer steil, met hoge treden. Sommige delen zijn goed onderhouden,
andere stukken zijn afgebrokkeld. De zichten die we te zien krijgen, zijn
fenomenaal. Ook al is het wat mistig, de bergen tekenen zich mooi af. Na een
eind stappen roep ik Jonathan, die vooraan al bijna niet meer te zien is,
terug om hem water mee te geven. Hij straalt van opperste geluk. “Wat is het
hier knap”, zegt hij, “en wat kan ik hier klimmen”. “Ik wil als eerste
toekomen!” Hij mag van ons gaan, maar we raden hem aan geen zotte dingen uit
te halen.
Even later zijn Jonathan (vooraan) en Xenia (achteraan)
nergens meer te zien. Er is bijna halverwege een mogelijkheid om via een
zijweg af te snijden en ik hou halt om het met Xenia te bespreken, maar zij
wil niet. Op haar tempo zal ze de 10 loodzware kilometers afmaken. Ik neem
wat eten en drank van haar over en zet de achtervolging in. Het is zweten
geblazen. Ik voel mijn kuiten bij het klimmen en mijn knieën bij het dalen.
Na een tijdje haal ik Vicky in, die op me wacht omdat ze dorst heeft. We
trekken samen verder en rusten uit in de torens, in de schaduw. De man
blijft aan mijn zijde en toont ons regelmatig de gemakkelijkste plekjes om
te stappen, terwijl hij ons nog extra uitleg over de muur en de omgeving
verschaft. Het doet wel raar om Jonathan alleen vooraan en Xenia alleen
achteraan te laten. Na goed twee en een half uur stappen, deelt onze gids
ons mee dat hij hier terugkeert. En ja, ik laat me overhalen om een
prachtige kleurenfoto van de Muur die wij hebben afgelopen te kopen als dank
voor zijn diensten en zijn uitleg. Vicky en ik dalen verder af, ontmoeten
nog een hoop Chinezen die met behulp van ezels de Muur aan het restaureren
zijn en bereiken uiteindelijk in de vallei een hangbrug. “Jammer dat bomma
er niet bij is”, zegt Vicky, “hoewel, die houdt niet zo van kwikkelbruggen”.
Aan de overkant gekomen, beklimmen we het mooi gerenoveerde stuk Muur van
Simatai. Enkele torens verder, de eindhalte, zien we een stralende Jonathan
terug. Samen met een sympathieke Spaanse, Africa genoemd, bereikte hij als
eerste het eindpunt. Van Africa en haar vriend heeft hij ook te eten
gekregen – wat een ouders hé. Een half uurtje later komt Xenia er ook door.
En ze is niet de laatste! We hebben allemaal op onze manier genoten (en
afgezien) van dit ongelofelijk knap stukje muur en natuurschoon er rond. Een
foto van ons gevieren samen voor de muur hebben we helaas niet. Het is 17
uur wanneer we onze bus terugvinden.
De terugreis gaat iets sneller – wat een verkeer in
Peking en zeggen dat er elke dag in de stad zo’n 1000 auto’s bijkomen.
Aangekomen in onze herberg eten we lasagne en spaghetti, en we drinken,
drinken, drinken…
Deze uitstap behoort zeker tot de top 10 van wat we
sinds het begin van onze wereldreis hebben gedaan.
Lees ook de verslagen van Jonathan en Vicky!
vorige
volgende
|