07 maart 2007
Jonathan 11 op Antarctica
De vorige avond hebben we zoals elke dag een debriefing
gekregen over de voorbije dag en een briefing voor vandaag. 7 maart wordt
een echte Belgische dag. We varen immers in een gebied in kaart gebracht
door de Belgische ontdekkingsreiziger de Gerlache (expeditie 1897-1899). Het
grootste eiland waar we langs varen heet trouwens Antwerpen!
Jonathan krijgt van ons bij zijn ontbijt de eerste
geschenken, waaronder een paar loopschoenen, waarover hij al een hele tijd
zaagde en die we voor hem stiekem in Chile hebben gekocht. Door iedereen in
het schip wordt hij gefeliciteerd. Ook de kapitein komt Jonathan tijdens het
ontbijt een stevige hand schudden. Jonathan krijgt zelfs van enkele
passagiers geschenken. Zo krijgt hij van onze vriend Carl een knap
Antarctica embleem en snoep, van de Amerikaan Neil een Taiwanese munt, en
van Selfa en Rogier, een super sympathiek Nederlands koppel, chips.
Veel tijd is er echter niet, want we naderen de plek
waar we voor het eerst, op Antarctica zelf, voet aan wal gaan zetten.
Temidden van machtige sneeuwbergen en gletsjers glijdt onze boot door
ijsschotsen op het water. De weergoden zijn met ons, want de zon is alweer
van de partij. Het is hier onbeschrijfelijk mooi.
De landingsplaats, Neko, is genoemd naar een Noorse
walvisverwerkende boot (1911-1924). De plek zit vol Gentoo pinguins. In
tegenstelling met de Chainstrap zijn deze pinguins heel nieuwsgierig. Vooral
de jongeren, die je gemakkelijk erkent aan de pluisjes dons op hun vel,
pikken in onze broeken en handschoenen. Vicky lijkt wel hun favoriete
vriendin, maar ook Jonathan hebben ze graag.
Het weer is zo goed dat we toestemming krijgen om over
de sneeuw naar een hoog uitkijkpunt te lopen. Jonathan is in de wolken. De
sneeuw blijkt uitstekend geschikt te zijn om te glijden. Dit is de grootste
sneeuwroetsjbaan van zijn jonge leven! En wat een adembenemend uitzicht. De
Ushuaia schittert op een spiegelgladde zee, temidden van blauw en wit.
Niemand wil deze uitzonderlijke plek verlaten, maar er staat nog een andere
landing op het programma en het is etenstijd.
Tijdens de lunch wordt Jonathan verrast met een grote
verjaardagstaart, hem aangeboden door Marcello, en begeleid door gezang en
handengeklap van alle passagiers. Hij is ontroerd. Er is zelfs geen tijd om
de taart op te eten, want de Zodiac’s staan al terug op ons te wachten. De
taart zullen we maar als laat vieruurtje verorberen.
De boot was tijdens het eten verder gevaren tot
Paradise Bay. Deze keer gaan we echter niet direct aan land. De Zodiacs
nemen ons mee voor een cruise tussen de ijsbergen en langs de reusachtige
gletsjers.
Wanneer onze rubberen boot zich traag een weg baant
door dikker pakijs ontdekken we een metersgrote, rode kwal.
Brrr. Hier en daar ligt een zeehond te zonnen op
het ijs. In de verte zien we hoe een stuk ijs omlaag dondert in het water.
Ik moet nu toch toegeven dat die knappe foto’s die je in de handel vindt,
met blauwe ijsschotsen, niet getrukeerd zijn. Onvoorstelbaar hoe helblauw
het ijs kan zijn, en wat voor een pareltjes van kunstwerken de natuur zo
maar voor onze ogen in het water laat ronddrijven. Wat een plek, wat een
dag.
Dan is het tijd om aan land het Argentijnse station
“Almirante Brown” kort te bezoeken. Het station is in 1984 gedeeltelijk
afgebrand door de leider van het station, omdat hij niet nog een winter in
Antartctica wou verblijven en men hem niet tijdig was komen ophalen. Ook al
is het station in 1989 opnieuw geopend, toch is het er nog een echte
rotzooi. Ze mogen het dan wel aan het opruimen zijn, toch zijn we geschokt
over het vele afval dat er totaal onbeschermd ligt rond te zwerven. Velen
maken er opmerkingen over aan het adres van de expeditiestaf. Jammer genoeg
is dit ook een onderdeel van Antarctica.
Terug aan boord, navigeren
we door het smalle Lemaire kanaal, tussen het schiereiland van Antarctica en
Booth Island.
In de bar is het die avond
feest. Er wordt gedanst en het is (veel te) laat alvorens we met zijn allen
gaan slapen.
Voor Jonathan, maar ook
voor ons, is 7 maart 2007 een dag die we nooit zullen vergeten. De dag dat
we voet aan land zetten op Antarctica onder een stralende zon, de dag dat
Jonathan 11 werd.
vorige
volgende
|