Verslagen

AFRIKA  -  Tanzania


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Antarctica

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

29 augustus 2006 Ngorongoro Crater World Heritage Site

Tanzania heeft een grote moslimbevolking. In de vroege ochtend worden we dan ook gewekt door de gebedzang van een vlakbij gelegen moskee. Volgens Jonathan is het precies of de stem van God klinkt door de nacht. Wanneer even later twee verderop gelegen gebedszangen weerklinken, wordt het geheel echter meer een kakofonie. We proberen nog even verder te slapen, want onze safari start maar om 9 uur.

Grote Vicky verrast ons op een ontbijt met fruit en brood (geen toast, want er is geen elektriciteit – ook de vorige avond, moesten we wachten op warm water tot de elektriciteit het weer even deed).

Om negen uur stipt komt Benjamin langs met gids en chauffeur Michael en kok Richard en hun landrover jeep. De jeep ziet er nog behoorlijk uit ondanks zijn 280.000 km op de teller. Later blijkt dat die teller niets wil zeggen, want noch de snelheidsmeter noch de afstandsmeter werken. Er is plaats genoeg voor onze bagage, inclusief onze eigen tent en matjes (die we verkiezen boven hun tent, want we weten dat we in ons tentje goed slapen).

Het is zwaarbewolkt wanneer we Arusha verlaten, maar geleidelijk aan brandt de zon de wolken weg. De baan naar de Ngorongoro Crater is in uitstekende staat, wat te danken is aan Japanners die de aanleg ervan mee hebben gefinancierd (als Japan nog geld overheeft, mag het Kenia helpen met een goede weg tussen Nairobi en de Masai Mara en Lake Nakuru).

Bij een tussenstop koop ik 4 bananen voor een prikje, denk ik. Tot onze kok Richard hoort hoeveel ik heb betaald, en hij even later in mijn bijzijn voor de helft van de prijs een tros met wel 20 bananen eraan koopt en aan me geeft…

Aan onze linker zijde zien we dan Lake Manyara liggen, gekend voor zijn flamingo’s. Voor ons rijst een steile wand op die deel uitmaakt van het Grote Rif, de scheur die loopt van Egypte tot Mozambique en waar de Serengeti, Masai Mara, een hoop vulkanen en bergen deel van uitmaken. Eenmaal boven, is het nog een korte rit naar de ingang van het Ngorongoro Conservation Park. We bezoeken eerst een kleine tentoonstelling. We leren er hoe de Ngorongoro vulkaan, die hoger was dan de Kilimanjaro, bij zijn uitbarsting heeft gezorgd voor het ontstaan van de Serengeti vlakte. Later is hij ingezakt tot wat nu een “caldera” heet. De krater heeft een straal van wel 20 kilometer en is een poel van leven dankzij waterbronnen en meertjes. We kunnen niet wachten om hem te zien.

Er is ook een poster die erop wijst respect te hebben voor de dieren en meer in het bijzonder de jachtluipaard die enorm stressgevoelig is. Zo is er enkele jaren geleden een welp jachtluipaard gestorven doordat een 20-tal jeeps hem afsneden van zijn moeder zodat hij ten prooi viel aan andere roofdieren. Toeristen hebben ons verteld dat het nog steeds triestig gesteld is met de jeeps die in de krater in massa de opgemerkte dieren najagen en omcirkelen. Laat ons hopen dat het meevalt.

De weg slingert zicht omhoog temidden van een echt tropisch regenwoud. Aangekomen aan de rand van de krater houden we halt aan een uitkijkpunt. Het uitzicht is fenomenaal (machtig J): een grote vlakte bestaand uit een kleurenpallet van wit (zout), blauw (meertjes en riviertjes), roze (flamingo’s), donkere stippen (dieren), groen (acacia bossen) en geel (gras). Dat alles omzoomd door een oprijzende kraterwand van wel 600 meter met verschillende vormen van vegetatie. En een hemel met grijze en witte wolken en vlekken blauwe lucht. Wow, dit behoort zeker tot de top 5 van wat we al hebben gezien!

Iets voorbij het uitkijkpunt ligt een luxueuze lodge op de rand van de krater. Daarachter, ook op de kraterrand, ligt de publieke camping. We houden er halt voor onze lunch. Wanneer we de inhoud van onze lunchbox op het gras willen opeten, waarschuwt Michael ons voor grote kraaiachtige vogels die het eten kunnen komen stelen. Op het kampeerterrein graast trouwens ook onverstoord een kudde zebra’s. Het zijn echter niet de kraaien, maar wel andere dieren die ons doen wegvluchten in een met tralies afgewerkte open bunker waar al andere mensen aan het eten zijn. Er verschijnt plots een reusachtige olifant met lange slagtanden die het gemunt heeft op een grote watertank die bovenaan open is. Hij steekt zijn lange slurf in de tank in en lest zijn dorst. Even later komt er nog een tweede olifant naast hem staan. Wanneer we na het eten naar het toilet gaan, zien Jonathan en ik al plassend via het open tralienetwerk van het WC de olifanten op nog geen 2 meter van ons voorbij stappen.

Michael komt ons halen voor een safari in de krater. Het dak van de jeep gaat open en via S-bochten dalen we langs de 600 meter kraterwand steil naar beneden. Het zand van de weg is rood gekleurd, aan de rand is het bruin en groen van cactussen en bomen en de hemel is wit en blauw. Beneden gekomen wuiven we naar enkele Masai die hier hun kudde geiten en koeien laten grazen en drinken.  Het is Jonathan die in het hoge gras naast de weg een oude mannetjes leeuw ziet liggen. Wat later zien we een eerste, en dan een hele troep hyena’s. Het is late namiddag. De hyena’s liggen aan een plas water waar enkele flamingo’s aan het eten zijn. Verderop grazen er zebra’s en wildebeesten. We rijden langs een grote plas vol nijlpaarden. Hun staartjes draaien in het rond zodat het opspattende water hun ruggen verfrist. Volgens Vicky zijn het echter niet hun staartjes maar scheten die voor de waterdruppels zorgen. Wat het ook moge zijn, een troep leeuwen met welpjes trekt onze aandacht. Ze liggen langs een beekje duidelijk genietend van de late avondzon. Éen van hen verlaat even de anderen en trekt weg om iets later met twee kleine welpjes terug te komen. Hoe mooi is dat tocht!

Met deze climax op ons netvlies gebrand, beginnen we aan de klim richting camping. Richard heeft voor ons lekker avondeten klaargemaakt. Onze gids Michael eet ook mee en we praten over de verschillen tussen Tanzania en België en over hoe belangrijk toerisme is voor de Tanzaniaanse economie. Een sympathiek Belgisch koppel, Stéphanie en Julien, zit niet ver van ons aan tafel en even later spelen onze kinderen met hen kaart (wiezen natuurlijk).

In het duister zoeken we ons tussen de zebra’s een weg naar onze tent. Michael waarschuwt ons nog onze tent goed te sluiten omdat er ’s nachts ‘bushpigs’ actief zijn. En hij krijgt gelijk…

 

vorige                                                                                                                          volgende