22 augustus
2006 Kennismaking met Masai Mara
Spannend. Vandaag start onze 4-daagse Safari (wat
“Reizen” betekent in het Swahili). “Jambo, jambo!” zo heet onze gids en
chauffeur Richard ons welkom. Hij is de trotse eigenaar van een Toyota busje
waarvan het dak kan openklappen. Er zijn ook drie Spaanse toeristen en één
Engelse die vandaag met ons vertrekken, maar dan met een ander busje en
chauffeur.
We hebben gevraagd om één nacht dicht bij de rivier te
kamperen, zodat de kans dat we het einde van de migratie van wildebeesten (=
Zuid-Afrikaans voor gnoes) te zien krijgen, groter is. We nemen ook onze
eigen tent hiervoor mee.
Vanmorgen is het in Nairobi, gelegen boven de 1000
meter, bewolkt en fris. We verlaten de stad en trekken door een bergachtig
landschap richting Naruk. Even later bereiken we de rand van de beroemde
scheur die ervoor zal zorgen dat er ooit weer een stuk van oostelijk Afrika
zal afbreken, net zoals het huidige India dat miljoenen jaren geleden heeft
gedaan. We krijgen een prachtig vergezicht over deze scheur. Naarmate we
afdalen, stijgt de temperatuur. De weg wordt ook een stuk slechter. Met
slecht bedoelen we dat de asfalt aan de zijkanten van de weg is verdwenen en
dat er in het midden van de weg gaten zitten, die je best tegen een zeer
lage snelheid neemt of beter nog, ontwijkt. Aangenaam rijden is anders. En
dit is dan een hoofdweg die Nairobi verbindt met één van zijn meest bekende
natuurparken.
In Naruk aangekomen, krijgen we een warme lunch
aangeboden in een sober baanrestaurantje – er staan veel matàtous (= locale
busjes die tevens voor toeristenvervoer worden gebruikt). Het landschap is
intussen flink veranderd. Er staan huizenhoge cactussen, afgewisseld met
grasgroene acaciabomen. Naast de weg zien we kuddes geiten en koeien,
vergezeld door Masai. Dit stoere volk, getooid in rode doeken en met veel
sieraden rond arm en nek heeft zijn eigen wetten en plichten. Het zijn
veehouders in hart en ziel. Richard waarschuwt ons dat je beter geen dier
van hun kudde overrijdt, want anders krijg je een hele meute Masaikrijgers
op je nek, tot je voor het gedode dier hebt betaald.
Het is late namiddag wanneer we de Acacia camping aan
de rand van het Masai Mara Park bereiken. Ter info: het park heet “Masai
Mara” naar het nomadenvolk de Masai en de rivier Mara die de grens vormt
tussen Kenia en Tanzania. Het Park loopt verder in Tanzania onder de naam “Serengeti”.
We krijgen twee tenten toegewezen die elk onder een rieten hutje zijn
opgesteld. Na het nuttigen van thee stappen we in ons busje voor onze eerste
avond safari in Masai Mara. Richard opent het dak en we rijden door de poort
het park binnen. Een Masai krijger van het nabijgelegen Masai dorp zit mee
in de wagen. Hij draagt het typische rode Masai kleed en is mooi versierd.
De tijd is bij de Masai echter duidelijk ook niet blijven stilstaan. Hij
draagt een modern horloge en even later rinkelt zijn gsm.
Terwijl Richard de inkom van het Park regelt – de
parken zijn sinds 1 juli verdubbeld in prijs: de inkom bedraagt nu 40 USD
per persoon – zie ik een dambord met flesdopjes op een bank liggen. Even
later speel ik een spelletje met een bewaker. Zeer onderlegd in dammen is
hij echter niet en ik win 3 spelletjes op rij. Dan is het tijd om een stukje
van het park te verkennen. Het landschap is wondermooi met mooie
vergezichten en waar het natter is, subtropische begroeiing met palmbomen.
We zien olifanten, tientallen zebra’s, gnous en hertachtigen. Wanneer de zon
rood kleurt, trekken we enkele mooie foto’s van giraffen met de ondergaande
zon. Net voor het buiten rijden van het park – na zonsondergang mag er niet
worden gereden - zien we nog aan de rand van laag struikgewas een liggende
hyena. Intussen kleurt de hemel kort rood. Op de camping wacht ons nog een
lekker avondmaal. En dan kruipen Vicky en Jonathan in hun tent onder het
rieten dakje en wij in de onze.
vorige
volgende
|