Verslagen

AFRIKA  -  Botswana


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Antarctica

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

06 augustus 2006 Zwarte rook

Vandaag wordt mijn moeder 65 jaar. Een dikke proficiat, Eliane! We zijn benieuwd wat je allemaal hebt uitgespookt vandaag… Bellen zit er echter voor ons niet in, want hier valt nergens te telefoneren.

Vandaag hopen we Lekubu Island te bereiken, waar een hoop mensen die we onderweg ontmoetten, zo vol lof over spraken. Volgens de Nederlanders moeten we rekenen op een zes uur rijden, waaronder een stuk op geasfalteerde weg, een stuk op hobbelige gravel.  We hebben genoeg voorraad mee, want er is onderweg zo goed als geen drank en eten meer te vinden (en wellicht geen diesel). De weg leidt ons langs gehuchtjes zoals Sukwana, Rakops en Mopipi en buiten hier een daar een mini “general store” omgeven door prikkeldraad is er inderdaad niet veel te zien. Er wordt wel hard gewerkt aan een nieuwe, brede geasfalteerde weg – dit is wel nodig, want op sommige plaatsen is het asfalt van de weg nog amper één band breed – de rest zijn zand en putten. Als de honger toch begint te knagen, stoppen we even bij zo’n mini-winkeltje en ontdekken we Botswana ‘fat balls’, wat een equivalent blijkt te zijn van onze smoutebollen! Tot onze verbazing heeft Vicky, volgens haar zeggen, nog nooit smoutebollen gegeten – dat ze die in Botswana moet ontdekken, ongelofelijk. Ze zijn zo lekker dat we de hele voorraad opkopen. Wanneer we een benzinepomp zien, hou ik halt, maar vergeefse moeite, want de dieselpomp werkt niet. In het laatste dorpje voor we echt de Makgadikgadi Pans gaan oprijden, Lethlakana, is er echter een zeer verzorgd Shell station (met live muziek van een evangelist met gitaar) en laten we onze tank tot de rand vullen.

Nu wordt het een stuk moeilijker om de weg naar Lekhubu Island te vinden. We gaan namelijk de grotere (nu ja) weg verlaten. We hebben naast een summiere wegbeschrijving wel de GPS coördinaten van de route, maar we hebben geen GPS. De Nederlanders hebben ons gewaarschuwd dat er vele weggetjes zijn bijgemaakt door de bush en de pan zelf om natte of zanderige stukken te ontwijken. Dat maakt het niet gemakkelijk om het eiland te bereiken. Het eerste stuk verloopt vlot, en we zijn blij wanneer we vanop de top van een heuvel in de verte voor de eerste keer de Sowa Pan (2de grootste Makgadikgadi Pan) zien liggen. Zoals in het vorige verslag al beschreven, is de pan één reusachtig binnenmeer dat in het natte seizoen toch nog flink nat wordt. Nu, in het droge seizoen, is een deel van de pan berijdbaar – maar volgens ons boek is het oppassen geblazen voor donkere stukken want daar kan je, zelfs met een 4x4, nog in vast blijven zitten. Wat we zien vanop de heuvel, is een uitgestrekte vlakte met vele kleurschakeringen (wit, grijs, zwart). Er staan nog enkele kinderen aan de rand om ons hout te verkopen. We kopen er een beetje en laten nog wat over voor een Zuid-Afrikaans gezin dat even later in een Toyota Prado 4X4 achter ons stopt om net zoals wij van het uitzicht te genieten. Zij hebben wel GPS. Wij maken ons sterk dat het ook zonder moet gaan…

Het volgende stuk komt goed overeen met de aanwijzingen die we hebben. De weg leidt ons door stukjes bos en door vennen die wat weg hebben van de Kalmthoutse heide. Vervolgens rijden we een flink stuk door, nu en dan over een stuk pan, tot we bij een afrastering komen. Dit komt niet overeen met de wegbeschrijving van onze reisgids. Daarom besluiten we terug te keren. Op de terugweg komen we ons Zuid-Afrikaans gezin weer tegen. Volgens hun GPS zou het toch de juiste weg moeten zijn. We keren terug en rijden opnieuw naar de afrastering. De Zuid-Afrikanen sluiten zich even later bij ons aan. De vader waarschuwt ons voor het hoge, droge riet op de weg en bevestigt zelf vooraan op zijn wagen een netje, zodat het hooi niet in de luchtfilter kan. Op hun aanwijzingen rijden we de afrastering verder af naar rechts – 11 km daar vandaan zou het eiland moeten zijn… Na een tiental minuten stop ik want we zien nog steeds geen pan. De afrastering belet ons te gaan waar de GPS ons naar toe wil leiden. De Zuid-Afrikanen geven toe dat het mis is. Zij draaien als eersten terug. Wij ontdoen eerst de onderkant van onze Toyota wat van hooi en keren dan ook terug.

Enkele minuten op de terugweg zien we plots op de middenstrook van het rijspoor het hooi branden. Ik denk aan een sigaret, Jonathan aan een lek van de auto voor ons. We stoppen en ik doof met mijn bottinnen het vuur. Achter de volgende bocht brandt het hooi op de middenstrook weer en in de verte zien we meer rook. Naarmate we dichterbij komen, zien we dat de rook zwarter wordt. Het is toch niet de auto voor ons? Ik rij sneller en we zien een massa rook voor ons op de weg en het hooi en riet eromheen dat in lichterlaaien staan. Zou het dan toch hun wagen zijn? Ik stop en we zoeken koortsachtig naar een brandblusser in de wagen. Ik zeg Xenia achter het stuur te kruipen en zich klaar te houden voor het geval de wind draait en het vuur onze kant opkomt. Ik spring uit de wagen en spurt naar de vlammenzee toe. Wanneer ik dichter kom, zie ik steeds duidelijker de auto die in vuur en vlam staat. Mijn God, hopelijk zijn de passagiers ontsnapt? In mijn gedachten zie ik het meisje, even oud als Jonathan, nog boven op het dak van haar wagen staan, nog geen 10 minuten geleden. Ik begin luidkeels te roepen en probeer dichter bij te komen. Dan volgt er weer een ontploffing. Ik zie de deuren vooraan openstaan en krijg hoop. Misschien zijn ze toch ontsnapt? Ik ga wat opzij om de weg achter hun auto af te speuren en zie tot mijn heel grote opluchting een 100-tal meter verder met de armen zwaaiende figuren. Oef! Blijkbaar zijn ze er op tijd uitgeraakt. Ik keer terug naar onze auto waar Vicky met tranen in haar ogen zit. Ze heeft me in de vlammen zien verdwijnen en had schrik me te verliezen. Ik zet mijn auto in 4x4 en rij in een grote boog om de auto en de steppe die in brand staat heen richting de Zuid-Afrikanen. Vader Laurence staat daar met dochter Jessica op zijn rug. Zijn vrouw Chris staat blootsvoets naast hun zoon Thomas. We geven hen water en laten hen hun verhaal doen. Hoe Jessica plots uit de AC warme lucht voelde komen. Hoe plots de vlammen langs de 4-kanten van hun auto omhoog kwamen. Hoe de ouders uit hun auto sprongen – Laurence’s onderbeen is licht verschroeid - en hun kinderen uit de auto hielpen (kinderslot). Hoe ze dan weggespurt zijn, enkele seconden voor de eerste explosie... Ze zijn alles kwijt.

Het gezinnetje is twee dagen geleden met vakantie vertrokken, samen met nog twee andere families. Laurence vermoedt dat hun vrienden naar het eiland zijn gereden. Ze waren wel in radiocontact, maar een half uur geleden was het contact uitgevallen. We beslissen eerst te proberen het eiland te vinden en te zien of hun vrienden daar zijn. Met zijn 8 in de auto rijden we nu de afrastering af in de andere richting. Na een tiental kilometer komen we bij een hekken in de afrastering, de toegang tot de pan en de weg naar Lekubu Island. De opzichter kijkt verbaasd wanneer hij ons met ons achten in de auto ziet zitten. Laurence doet zijn verhaal en raadt de man aan zo snel mogelijk mensen erheen te sturen om de steppebrand onder controle te krijgen. Wij rijden met hen via een pan waarvan we op dat moment de schoonheid nauwelijks opmerken naar het eiland toe. De opzichter leidt ons naar hun vrienden die inderdaad al hun tenten hebben opgezet onder een grote Baobab. Ze nodigen ons uit om mee op hun plek te kamperen. Terwijl de zon ondergaat, vertelt het viertal het ongelofelijke verhaal aan hun vrienden. Xenia geeft Chris haar Geox schoenen en de vrienden zorgen voor extra warme kleding en een extra tent. Een groot vuur wordt gemaakt en de braai (= Afrikaans voor BBQ) wordt voorbereid. Wij maken onze pasta klaar, maar proeven ook van het overheerlijke vlees op het vuur. Laurence, Chris, Thomas en Jessica blijken ook echte wereldreizigers te zijn en we wisselen ervaringen en avonturen uit. Als dank voor onze hulp nodigen ze ons uit om, indien we dat wensen, te verblijven in hun huis aan de Hartbeespoort Dam nabij Pretoria of hun buitenverblijf in de Drakensbergen. En dat voor een lift…

Onze kinderen zijn ook wel aangedaan door wat ze hebben gezien. We hopen dat de nacht van nachtmerries gespaard blijft (en gelukkig is dat zo).

 

vorige                                                                                                                          volgende