11 juli
2006 De Namibische grens
Vervolg van het verslag. Xenia achter het stuur.
Vermeldenswaardig is nog dat we de vorige nacht erg veel wind hebben gehad.
Volgens de eigenares was dat niets in vergelijking met wat ons in Namibië te
wachten staat. Dat belooft!
In Clanwilliam vinden we een Toyota garage. Jacob, een
bereidwillige medewerker van Toyota Canwilliam, legt me uit hoe ik de 4x4
optimaal kan gebruiken en waar ik het materiaal kan vinden om een wiel te
vervangen. In het stadje is het bitter koud – we blazen wolkjes adem uit.
Gek, want we sliepen hoog in de bergen en daar was de temperatuur prima.
Jacob legt ons uit dat het komt door een grote stuwdam iets verder op.
Wanneer we er even later langs rijden, houden we er halt voor ons ontbijt.
Er vliegen mooi gekleurde vogels rond die in een boom vol nesten wonen. Ze
duiken langs onder hun nestjes in.
We zetten ons tocht verder noordwaarts richting
Namibië. Het landschap is uitgestrekt en overal zijn er bloemen te zien –
witte, blauwe, gele en oranje bloementapijten. Prachtig. Wanneer we even
halt houden om de bloemenpracht langs de weg te fotograferen, blijken er
zowaar 2 Belgen te picknicken die ons uitnodigen op een glas wijn. Jan en
Peter zijn 2 VUB-docenten op weg naar een congres, met een ommetje via de
Kalahari woestijn. Jan heeft als oncoloog 25 jaar geleden een organisatie
“Quality of Life” opgericht. En Peter is een krak in onderzoeksmethoden. Het
is een gezellige, veel te korte babbel.
Tegen valavond naderen we de Namibische grens. Waar
slapen? We wagen het er maar op en beslissen de grens over te steken. Er
zijn maar 2 auto’s voor ons. We moeten te voet naar cabine 1 waar we een
stuk papier krijgen waar stempels op moeten, die we kunnen verkrijgen in
cabine 2 en 4. In cabine 2 is er echter een vergadering aan de gang….we
moeten wachten tot die gedaan is voor we onze stempel krijgen. Intussen is
het al donker geworden – de duisternis valt hier super snel – en Xenia is
het wachten beu. Ze probeert eerst bij cabine 4, maar de man zegt dat hij
niet voort kan zonder de stempel van cabine 2 – het lijkt hier wel die scène
van Asterix en Obelix in Rome wanneer ze ook van de overheid in een gebouw
iets (ik weet niet meer wat) moeten zien te weten komen. Xenia stapt dan
maar cabine 2 binnen en krijgt tot verbazing van de wachtenden voor haar de
vereiste stempel. De andere grensovergangers moeten voort wachten want de
vergadering is nog niet gedaan.
Aan de Namibische kant van de grens lezen we: Welcome
in the land of Sunshines, Spaces and Smiles. De “sunshines” en “spaces”
moeten we nog ontdekken, enkele “smiles” hebben we aan de grens reeds gehad.
Iets voorbij de grens is er een mooie lodge die grenst
aan de Oranjerivier. Het is pikkedonker en de campingplaats ligt bijna 1 km
van de lodge aan de rivier. We zijn er moederziel alleen. Zouden we niet
beter in de lodge overnachten? Neen, dat gaat helaas niet want de lodge zit
vol. We kunnen er wel warm eten. Rond 20.30 uur Namibische tijd (= 21.30 uur
in Zuid-Afrika) zetten we met de lampen van de Toyota aan onze tent op. De
volle maan zorgt iets later voor meer dan voldoende verlichting.
vorige
volgende
|