Verslagen

AFRIKA  -  Zuid-Afrika


 

¤ België
(voor vertrek)

¤ Afrika

¤ Azië

¤ Oceanië

¤ Antarctica

¤ Zuid-Amerika

¤ Noord-Amerika

¤ België
(terugkomst)

 

Eddy & Xenia

 

Jonathan

 

Vicky

 
 
 

11 juli 2006 De Namibische grens

Vervolg van het verslag. Xenia achter het stuur. Vermeldenswaardig is nog dat we de vorige nacht erg veel wind hebben gehad. Volgens de eigenares was dat niets in vergelijking met wat ons in Namibië te wachten staat. Dat belooft!

In Clanwilliam vinden we een Toyota garage. Jacob, een bereidwillige medewerker van Toyota Canwilliam, legt me uit hoe ik de 4x4 optimaal kan gebruiken en waar ik het materiaal kan vinden om een wiel te vervangen. In het stadje is het bitter koud – we blazen wolkjes adem uit. Gek, want we sliepen hoog in de bergen en daar was de temperatuur prima. Jacob legt ons uit dat het komt door een grote stuwdam iets verder op. Wanneer we er even later langs rijden, houden we er halt voor ons ontbijt. Er vliegen mooi gekleurde vogels rond die in een boom vol nesten wonen. Ze duiken langs onder hun nestjes in.

We zetten ons tocht verder noordwaarts richting Namibië. Het landschap is uitgestrekt en overal zijn er bloemen te zien – witte, blauwe, gele en oranje bloementapijten. Prachtig. Wanneer we even halt houden om de bloemenpracht langs de weg te fotograferen, blijken er zowaar 2 Belgen te picknicken die ons uitnodigen op een glas wijn. Jan en Peter zijn 2 VUB-docenten op weg naar een congres, met een ommetje via de Kalahari woestijn. Jan heeft als oncoloog 25 jaar geleden een organisatie “Quality of Life” opgericht. En Peter is een krak in onderzoeksmethoden. Het is een gezellige, veel te korte babbel.

Tegen valavond naderen we de Namibische grens. Waar slapen? We wagen het er maar op en beslissen de grens over te steken. Er zijn maar 2 auto’s voor ons. We moeten te voet naar cabine 1 waar we een stuk papier krijgen waar stempels op moeten, die we kunnen verkrijgen in cabine 2 en 4. In cabine 2 is er echter een vergadering aan de gang….we moeten wachten tot die gedaan is voor we onze stempel krijgen. Intussen is het al donker geworden – de duisternis valt hier super snel – en Xenia is het wachten beu. Ze probeert eerst bij cabine 4, maar de man zegt dat hij niet voort kan zonder de stempel van cabine 2 – het lijkt hier wel die scène van Asterix en Obelix in Rome wanneer ze ook van de overheid in een gebouw iets (ik weet niet meer wat) moeten zien te weten komen. Xenia stapt dan maar cabine 2 binnen en krijgt tot verbazing van de wachtenden voor haar de vereiste stempel. De andere grensovergangers moeten voort wachten want de vergadering is nog niet gedaan.

Aan de Namibische kant van de grens lezen we: Welcome in the land of Sunshines, Spaces and Smiles. De “sunshines” en “spaces” moeten we nog ontdekken, enkele “smiles” hebben we aan de grens reeds gehad.

Iets voorbij de grens is er een mooie lodge die grenst aan de Oranjerivier. Het is pikkedonker en de campingplaats ligt bijna 1 km van de lodge aan de rivier. We zijn er moederziel alleen. Zouden we niet beter in de lodge overnachten? Neen, dat gaat helaas niet want de lodge zit vol. We kunnen er wel warm eten. Rond 20.30 uur Namibische tijd (= 21.30 uur in Zuid-Afrika) zetten we met de lampen van de Toyota aan onze tent op. De volle maan zorgt iets later voor meer dan voldoende verlichting.

vorige                                                                                                                          volgende