Projecten

Namibië: bescherming van de jachtluipaarden



¤ Zuid-Afrika 1

¤ Namibië

¤ Zuid-Afrika 2

¤ Zuid-Afrika 3

¤ China

¤ Nepal

¤ Honk Kong

¤ Indonesië

¤ Chili

¤ Argentinië

¤ Bolivia

 
Project: Cheetah Conservation Fund
Bezocht op: 19 en 20 juli 2006
Website: www.cheetah.org

Verslag:

 

 

 

 


45 km buiten Otjiwarongo ligt het Cheetah Conservation Fund aan de voet van het Waterberg plateau. Het project dat medegefinancierd wordt door WWF-Zweden, werkt zelfstandig met hoofdzakelijk Amerikaanse sponsors. Henry, onze gastheer van de Yakandongo Lodge, heeft hier een anderhalve maand geleden 3 jonge jachtluipaarden heengebracht die door een naburige boer waren gevangen genomen. De boer wilde ze doden, maar Henry wist hem te overtuigen dat hij ze naar het CCF mocht brengen.

We rijden door een dicht begroeid landschap naar CCF. Onderweg vraagt Jonathan zich af hoe jachtluipaarden tussen de bosjes kunnen overleven. De cheetahs jagen toch het liefst in de savanne, waar ze hun prooi beter kunnen zien. Hoe komt het dat er hier zoveel bosjes zijn?

We weten dat de jachtluipaarden rond 14 uur worden gevoerd, dus we zien dat we er op tijd zijn. Er is een mooi ingerichte tentoonstelling over de jachtluipaard en zijn habitat. Het voeren van enkele jachtluipaarden valt de kindjes, en vooral Jonathan, echter tegen. Hij had gehoopt ze te zien lopen. We dachten dat dit elke dag om 8 uur gebeurde en we hadden gepland de volgende ochtend hiervoor terug te komen, maar dit blijkt niet te kloppen. Een loop moet gereserveerd worden (lees: betaald), en de volgende groep komt pas zaterdag. De man die ons de uitleg gaf, Phil, leest echter de teleurstelling in Jonathan’s ogen. Hij gaat even iets controleren en komt terug met de blijde boodschap dat er morgen om 8 uur toch een loop is gepland. Joepie!

***

Xenia is veel wakker geweest door het straatlawaai van de stad, de rest niet. We zijn vroeg uit de veren en vertrekken om 7 uur naar CCF. Jonathan, en wij ook, zijn benieuwd. Onze kinderen mogen echter niet mee in de looppiste van de cheetahs komen omdat ze nog te klein zijn. Jachtluipaarden zien erg goed van ver (tot 5 km), maar ze zien slecht dichtbij. Ze zouden Jonathan en Vicky als prooi kunnen aanzien. Phil spant een touw van een +/- 200 meter in een vierkant waar een rode lap wordt aan vast gemaakt. Doormiddel van een motor kan het touw met de lap eraan snel worden rondgetrokken. Wij moeten ons in een groep op een hoek zetten en dan begint het spektakel. Het zijn de jonge Harry, Ron en Hermelien die hun portie ochtendgymnastiek krijgen. Ze rennen tegen een hoge snelheid achter de rode lap aan en lukken er, tot gespeeld ongenoegen van Phil, vaak in om de rode lap te vangen.  Ze scheren hierbij op nog geen twee meter langs ons heen. In totaal worden er een vijftal looprondes gehouden, met rustpauzes om de jachtluipaarden te laten afkoelen. Wat een spektakel. Jonathan en Vicky staan dan wel achter de draad, maar ze staan er ook vlakbij en hun ogen glinsteren. Bedankt Phil dat we mochten terugkomen!

Om wat na te genieten en de foto’s te bekijken, worden we uitgenodigd om thee te drinken op het terras. Loraine, een sympathieke medewerkster van CCF, komt bij ons zitten en we praten over ons project. Na ons aanhoord te hebben en enkele woorden te hebben geschreven in het vriendenboekje van onze kinderen, vraagt ze ons of we niet graag Dr. Laurie Marker, de oprichtster van CCF in 1990, wensen te ontmoeten. Natuurlijk!

En even later zit Dr. Laurie Marker bij ons aan tafel en vertelt ons haar boeiend verhaal. Hoe ze als Amerikaanse doctor in de zoölogie in Namibië was terecht gekomen in het kader van haar onderzoek naar jachtluipaarden. En hoe ze nergens steun vond om deze prachtdieren van de ondergang te behoeden. En dat ze dus maar heeft beslist om het heft in eigen handen te nemen.  Haar motto is dat de jachtluipaard moet kunnen overleven in de vrije natuur (niet uitsluitend in een reservaat). Om dit te bereiken moet ondermeer de habitat van de jachtluipaard in stand worden gehouden en moeten de boeren overtuigd worden dat deze roofdieren kunnen samenleven met hun kuddes. Opleiding is de sleutel hiervoor. Ze vertelt ons dat een groot deel van Namibië overbegroeid is door struikgewas (door het verdwijnen van neushoorns en olifanten, minder bosbranden enzovoort) waardoor de natuurlijke habitat van de jachtluipaard – uitgestrekte vlaktes met goed zicht – aan het verdwijnen is. Jonathan had gelijk wanneer hij zich gisteren over dit dichtbegroeid landschap verwonderde! Om dit op te lossen schakelt ze nu de lokale bevolking in om manueel (werkgelegenheid!) struikgewas te kappen. In een klein fabriekje wordt dit hout verwerkt in samengeperste stronken die verkocht worden in binnen- en buitenland voor verwarming en BBQ’s. Ze gaat nog een stap verder. Boeren die meewerken aan een programma om te leren samenleven met roofdieren krijgen een keurmerk waardoor ze het vlees van hun boerderij aan een kleine meerprijs kunnen verkopen.

Ze vertelt geanimeerd en de inhoud mag er ook zijn. Ik vertel haar dat wat ze doet perfect aansluit bij wat ik op de Karel de Grote Hogeschool doceer. Ze past namelijk zonder dat ze het beseft de 4 P’s toe – profit, planet, people, participation. Ze is hierin sterk geďnteresseerd want volgens haar is “environmental economics” essentieel om haar project te doen slagen. Ze filmt me wanneer ik het haar in het kort uitleg. Ik verwijs haar door naar de World Business Council of Sustainable Development wanneer ze me zegt dat ze steun wil zoeken bij de zakenwereld voor haar project (dat intussen al loopt in verschillende Afrikaanse landen, in de USA, Japan en Iran).

Als slagroom op de taart van dit ongelofelijke bezoek, vraagt Laurie Marker of Jonathan en Vicky een pluchen jachtluipaard mee willen nemen op hun trip rond de wereld, zodat ook hij kan getuige zijn van de pracht van onze planeet en de vele natuurproblemen waarmee ze te kampen heeft. Op die manier kunnen Jonathan en Vicky, naast de panda van het WWF, de jachtluipaard van CCF meer bekendheid en uitstraling geven. Onze kinderen vinden dit een reuze idee.

Het gesprek met Dr. Laurie doet me denken aan het interview dat wijlen mijn onkel Roeland Dirks afnam met Diane Fossey die de Afrikaanse gorilla’s bestudeerde en trachtte te beschermen.  Ook zij was net als Dr. Laurie een sterke, vastberaden vrouw die kost wat kost een bedreigde diersoort wenste te beschermen.

Het is al middag wanneer we snel in de Superspar voor niet veel geld lekker warm eten om net op tijd Bruce te ontmoeten die ons een rondleiding geeft in de houtpulp fabriek van CCF. Hij laat ons achteraf gebruik maken van zijn internetverbinding om wat verslagen en foto’s op te laden.

Met een hoofd vol nieuwe informatie en ideeën leggen we de 200 km af om net voor zonsondergang aan de poort van het Etosha Park toe te komen. De ranger aan de ingang van het park geeft ons de raad om enkele kilometers verder naar een waterpas te gaan kijken omdat er olifanten en leeuwen zijn. We zien er olifanten, zebra’s en springbokken – de leeuwen zijn er niet. We rijden net voor sluitingstijd de camping te Okaukuejo binnen en zetten onze tent op onder een paar bomen waar iets later op de avond 5 grote uilen blijken te nestelen – en krijsen dat die kunnen (volgens sommigen precies het opblazen van matrijzen). Aan het waterhol op camping zien we onze eerste neushoorn.

Wat een dag!